G2257 ἡμῶν
onze, wij, ons

Bijbelteksten

Romeinen 4:16Daarom is zij uit het geloof, opdat zij naar genade zij; ten einde de belofte vast zij al den zade, niet alleen dat uit de wet is, maar ook dat uit het geloof Abrahams is, welke een vader is van ons allen;
Romeinen 4:24Maar ook om onzentwil, welken het zal toegerekend worden, [namelijk] dengenen, die geloven in Hem, Die Jezus, onzen Heere, uit de doden opgewekt heeft;
Romeinen 4:25Welke overgeleverd is om onze zonden, en opgewekt om onze rechtvaardigmaking.
Romeinen 5:1Wij dan, gerechtvaardigd zijnde uit het geloof, hebben vrede bij God, door onzen Heere Jezus Christus;
Romeinen 5:5En de hoop beschaamt niet, omdat de liefde Gods in onze harten uitgestort is door den Heiligen Geest, Die ons is gegeven.
Romeinen 5:6Want Christus, als wij nog krachteloos waren, is te Zijner tijd voor de goddelozen gestorven.
Romeinen 5:8Maar God bevestigt Zijn liefde jegens ons, dat Christus voor ons gestorven is, als wij nog zondaars waren.
Romeinen 5:11En niet alleenlijk [dit], maar wij roemen ook in God, door onzen Heere Jezus Christus, door Welken wij nu de verzoening gekregen hebben.
Romeinen 5:21Opdat, gelijk de zonde geheerst heeft tot den dood, alzo ook de genade zou heersen door rechtvaardigheid tot het eeuwige leven, door Jezus Christus onzen Heere.
Romeinen 6:6Dit wetende, dat onze oude mens met [Hem] gekruisigd is, opdat het lichaam der zonde te niet gedaan worde, opdat wij niet meer de zonde dienen.
Romeinen 6:11Alzo ook gijlieden, houdt het daarvoor dat gij wel der zonde dood zijt, maar Gode levende zijt in Christus Jezus, onzen Heere.
Romeinen 6:23Want de bezoldiging der zonde is de dood, maar de genadegift Gods is het eeuwige leven, door Jezus Christus, onzen Heere.
Romeinen 7:5Want toen wij in het vlees waren, wrochten de bewegingen der zonden, die door de wet zijn, in onze leden, om den dood vruchten te dragen.
Romeinen 7:25Ik dank God, door Jezus Christus, onzen Heere.
Romeinen 8:16Dezelve Geest getuigt met onzen geest, dat wij kinderen Gods zijn.
Romeinen 8:23En niet alleen dit, maar ook wij zelven, die de eerstelingen des Geestes hebben, wij ook zelven, [zeg ik], zuchten in onszelven, verwachtende de aanneming tot kinderen, [namelijk] de verlossing onzes lichaams.
Romeinen 8:26En desgelijks komt ook de Geest onze zwakheden mede te hulp; want wij weten niet, wat wij bidden zullen, gelijk het behoort, maar de Geest Zelf bidt voor ons met onuitsprekelijke zuchtingen.
Romeinen 8:31Wat zullen wij dan tot deze dingen zeggen? Zo God voor ons is, wie zal tegen ons zijn?
Romeinen 8:32Die ook Zijn eigen Zoon niet gespaard heeft, maar heeft Hem voor ons allen overgegeven, hoe zal Hij ons ook met Hem niet alle dingen schenken?
Romeinen 8:34Wie is het, die verdoemt? Christus is het, Die gestorven is; ja, wat meer is, Die ook opgewekt is, Die ook ter rechter[hand] Gods is, Die ook voor ons bidt.

Mede mogelijk dankzij

BoekenBoeken