G2257 ἡμῶν
onze, wij, ons

Bijbelteksten

Romeinen 8:39Noch hoogte, noch diepte, noch enig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de liefde Gods, welke is in Christus Jezus, onzen Heere.
Romeinen 9:10En niet alleenlijk [deze], maar ook Rebekka [is daarvan een bewijs], als zij uit een bevrucht was, [namelijk] Izaak, onzen Vader.
Romeinen 10:16Doch zij zijn niet allen het Evangelie gehoorzaam geweest; want Jesaja zegt: Heere, wie heeft onze prediking geloofd?
Romeinen 13:11En dit [zeg ik te meer], dewijl wij de gelegenheid des tijds weten, dat het de ure is, dat wij nu uit den slaap opwaken; want de zaligheid is ons nu nader, dan toen wij [eerst] geloofd hebben.
Romeinen 14:7Want niemand van ons leeft zichzelven, en niemand sterft zichzelven.
Romeinen 14:12Zo dan een iegelijk van ons zal voor zichzelven Gode rekenschap geven.
Romeinen 15:2Dat dan een iegelijk van ons [zijn] naaste behage ten goede, tot stichting.
Romeinen 15:6Opdat gij eendrachtelijk, met een mond, moogt verheerlijken den God en Vader van onzen Heere Jezus Christus.
Romeinen 15:30En ik bid u, broeders, door onzen Heere Jezus Christus, en door de liefde des Geestes, dat gij met mij strijdt in de gebeden tot God voor mij;
Romeinen 16:1En ik beveel u Febe, onze zuster, die een dienares is der Gemeente, die te Kenchreen is;
Romeinen 16:9Groet Urbanus, onzen medearbeider in Christus, en Stachys, mijn beminde.
Romeinen 16:18Want dezulken dienen onzen Heere Jezus Christus niet, maar hun buik; en verleiden door schoonspreken en prijzen de harten der eenvoudigen.
Romeinen 16:20En de God des vredes zal den satan haast onder uw voeten verpletteren. De genade van onzen Heere Jezus Christus zij met ulieden. Amen.
Romeinen 16:24De genade van onzen Heere Jezus Christus zij met u allen. Amen.
1 Corinthiers 1:2Aan de Gemeente Gods, die te Korinthe is, den geheiligden in Christus Jezus, den geroepenen heiligen, met allen, die den Naam van onzen Heere Jezus Christus aanroepen in alle plaats, beide hun en onzen [Heere];
1 Corinthiers 1:3Genade zij u en vrede van God onzen Vader, en den Heere Jezus Christus.
1 Corinthiers 1:7Alzo dat het u aan gene gave ontbreekt, verwachtende de openbaring van onzen Heere Jezus Christus.
1 Corinthiers 1:8Welken [God] u ook zal bevestigen tot het einde toe, [om] onstraffelijk [te zijn] in den dag van onzen Heere Jezus Christus.
1 Corinthiers 1:9God is getrouw, door Welken gij geroepen zijt tot de gemeenschap van Zijn Zoon Jezus Christus, onzen Heere.
1 Corinthiers 1:10Maar ik bid u, broeders, door den Naam van onzen Heere Jezus Christus, dat gij allen hetzelfde spreekt, en [dat] onder u geen scheuringen zijn, maar [dat] gij samengevoegd zijt in eenzelfden zin, en in een zelfde gevoelen.

Mede mogelijk dankzij