G2443 ἵνα
opdat, zodat, waar

Bijbelteksten

1 Thessalonicensen 5:10Die voor ons gestorven is, opdat wij, hetzij dat wij waken, hetzij dat wij slapen, te zamen met Hem leven zouden.
2 Thessalonicensen 1:11Waarom wij ook altijd bidden voor u, dat onze God u waardig achte der roeping, en vervulle al het welbehagen [Zijner] goedigheid, en het werk des geloofs met kracht.
2 Thessalonicensen 2:12Opdat zij allen veroordeeld worden, die de waarheid niet geloofd hebben, maar een welbehagen hebben gehad in de ongerechtigheid.
2 Thessalonicensen 3:1Voorts, broeders, bidt voor ons, opdat het Woord des Heeren [zijn] loop hebbe, en verheerlijkt worde, gelijk ook bij u;
2 Thessalonicensen 3:2En opdat wij mogen verlost worden van de ongeschikte en boze mensen; want het geloof is niet aller.
2 Thessalonicensen 3:9Niet, dat wij de macht niet hebben, maar opdat wij onszelven u geven zouden [tot] een voorbeeld, om ons na te volgen.
2 Thessalonicensen 3:12Doch de zodanigen bevelen en vermanen wij door onzen Heere Jezus Christus, dat zij met stilheid werkende, hun eigen brood eten.
2 Thessalonicensen 3:14Maar indien iemand ons woord, door deze brief [geschreven], niet gehoorzaam is, tekent dien; en vermengt u niet met hem, opdat hij beschaamd worde;
1 Timotheus 1:3Gelijk ik u vermaand heb, dat gij te Efeze zoudt blijven, als ik naar Macedonie reisde, [zo vermaan ik het u nog], opdat gij sommigen beveelt geen andere leer te leren;
1 Timotheus 1:16Maar daarom is mij barmhartigheid geschied, opdat Jezus Christus in mij, die de voornaamste ben, al [Zijn] lankmoedigheid zou betonen, tot een voorbeeld dergenen, die in Hem geloven zullen ten eeuwigen leven.
1 Timotheus 1:18Dit gebod beveel ik u, [mijn] zoon Timotheus, dat gij naar de profetieen, die van u voorgegaan zijn, in dezelve den goeden strijd strijdt;
1 Timotheus 1:20Onder welken is Hymeneus en Alexander, die ik den satan overgegeven heb, opdat zij zouden leren niet [meer] te lasteren.
1 Timotheus 2:2Voor koningen, en allen, die in hoogheid zijn; opdat wij een gerust en stil leven leiden mogen in alle godzaligheid en eerbaarheid.
1 Timotheus 3:6Geen nieuweling, opdat hij niet opgeblazen worde, en in het oordeel des duivels valle.
1 Timotheus 3:7En hij moet ook een goede getuigenis hebben van degenen, die buiten zijn, opdat hij niet valle in smaadheid, en [in] den strik des duivels.
1 Timotheus 3:15Maar zo ik vertoef, opdat gij moogt weten, hoe men in het huis Gods moet verkeren, hetwelk is de Gemeente des levenden Gods, een pilaar en vastigheid der waarheid.
1 Timotheus 4:15Bedenk deze dingen, wees hierin [bezig], opdat uw toenemen openbaar zij in alles.
1 Timotheus 5:7En beveel dit, opdat zij onberispelijk zijn.
1 Timotheus 5:16Zo enig gelovig [man], of gelovige [vrouw] weduwen heeft, dat die haar genoegzame hulp doe, en dat de Gemeente niet bezwaard worde, opdat zij degenen, die waarlijk weduwen zijn, genoegzame hulp doen moge.
1 Timotheus 5:20Bestraf die zondigen in tegenwoordigheid van allen, opdat ook de anderen vreze mogen hebben.

Mede mogelijk dankzij

KlussenKlussen