G2896 κράζω
krassen, schreeuwen

Bijbelteksten

Markus 15:13En zij riepen wederom: Kruis Hem.
Markus 15:14Doch Pilatus zeide tot hen: Wat heeft Hij dan kwaads gedaan? En zij riepen te meer: Kruis Hem!
Markus 15:39En de hoofdman over honderd, die daarbij tegenover Hem stond, ziende, dat Hij alzo roepende den geest gegeven had, zeide: Waarlijk, deze Mens was Gods Zoon!
Lukas 4:41En er voeren ook duivelen uit van velen, roepende en zeggende: Gij zijt de Christus, de Zone Gods! En [hen] bestraffende, liet Hij die niet spreken, omdat zij wisten, dat Hij de Christus was.
Lukas 9:39En zie, een geest neemt hem, en van stonde aan roept hij, en hij scheurt hem, dat hij schuimt, en wijkt nauwelijks van hem, en verplettert hem.
Lukas 18:39En die voorbijgingen, bestraften hem, opdat hij zwijgen zou; maar hij riep zoveel te meer: Zone Davids, ontferm U mijner!
Lukas 19:40En Hij, antwoordende, zeide tot hen: Ik zeg ulieden, dat, zo deze zwijgen, de stenen haast roepen zullen.
Johannes 1:15Johannes getuigt van Hem, en heeft geroepen, zeggende: Deze was het, van Welken ik zeide: Die na mij komt, is voor mij geworden, want Hij was eer dan ik.
Johannes 7:28Jezus dan riep in den tempel, lerende en zeggende: En gij kent Mij, en gij weet, van waar Ik ben; en Ik ben van Mijzelven niet gekomen, maar Hij is waarachtig, Die Mij gezonden heeft, Welken gijlieden niet kent.
Johannes 7:37En op den laatsten dag, [zijnde] de grote [dag] van het feest, stond Jezus en riep, zeggende: Zo iemand dorst, die kome tot Mij en drinke.
Johannes 12:13Namen de takken van palmbomen, en gingen uit Hem tegemoet, en riepen: Hosanna! Gezegend [is] Hij, Die komt in den Naam des Heeren, [Hij, Die is] de Koning Israels!
Johannes 12:44En Jezus riep, en zeide: Die in Mij gelooft, gelooft in Mij niet, maar in Dengene, Die Mij gezonden heeft.
Johannes 19:12Van toen af zocht Pilatus Hem los te laten; maar de Joden riepen, zeggende: Indien gij Dezen loslaat, zo zijt gij des keizers vriend niet; een iegelijk, die zichzelven koning maakt, wederspreekt den keizer.
Handelingen 7:57Maar zij, roepende met grote stemme, stopten hun oren, en vielen eendrachtelijk op hem aan;
Handelingen 7:60En vallende op de knieen, riep hij met grote stem: Heere, reken hun deze zonde niet toe! En als hij dat gezegd had, ontsliep hij.
Handelingen 14:14Maar de apostelen, Barnabas en Paulus, [dat] horende, scheurden hun klederen, en sprongen onder de schare, roepende,
Handelingen 16:17Dezelve volgde Paulus en ons achterna, en riep, zeggende: Deze mensen zijn dienstknechten Gods des Allerhoogsten, die ons den weg der zaligheid verkondigen.
Handelingen 19:28Als zij nu [dit] hoorden, werden zij vol van toornigheid, en riepen, zeggende: Groot is de Diana de Efezeren!
Handelingen 19:32Zij riepen dan [de ene dit], de andere wat anders; want de vergadering was verward en het meerder [deel] wist niet, om wat oorzaak zij samengekomen waren.
Handelingen 19:34Maar als zij verstonden, dat hij een Jood was, werd er een stem van allen, roepende omtrent twee uren lang: Groot is de Diana der Efezeren!

Mede mogelijk dankzij

TuinTuin