G2983 λαμβάνω
nemen

Bijbelteksten

Markus 11:24Daarom zeg Ik u: Alle dingen, die gij biddende begeert, gelooft, dat gij ze ontvangen zult, en zij zullen u geworden.
Markus 12:2En als het de tijd was, zond hij een dienstknecht tot de landlieden, opdat hij van de landlieden ontving van de vrucht des wijngaards.
Markus 12:3Maar zij namen en sloegen hem, en zonden [hem] ledig heen.
Markus 12:8En zij namen en doodden hem, en wierpen [hem] uit, buiten den wijngaard.
Markus 12:19Meester! Mozes heeft ons geschreven: Indien iemands broeder sterft, en een vrouw achterlaat, en geen kinderen nalaat, dat zijn broeder deszelfs vrouw nemen zal en zijn broeder zaad verwekken.
Markus 12:20Er waren nu zeven broeders, en de eerste nam een vrouw, en stervende liet geen zaad na.
Markus 12:21De tweede nam haar ook, en is gestorven, en ook deze liet geen zaad na; en de derde desgelijks.
Markus 12:22En [al] de zeven namen dezelve, en lieten geen zaad na; de laatste van allen is ook de vrouw gestorven.
Markus 12:40Welke de huizen der weduwen opeten, en [dat] onder den schijn van lang te bidden. Dezen zullen zwaarder oordeel ontvangen.
Markus 14:22En als zij aten, nam Jezus brood, en als Hij gezegend had, brak Hij het, en gaf het hun, en zeide: Neemt, eet, dat is Mijn lichaam.
Markus 14:23En Hij nam den drinkbeker, en gedankt hebbende, gaf hun [dien]; en zij dronken allen uit denzelven.
Markus 15:23En zij gaven Hem gemirreden wijn te drinken; maar Hij nam [dien] niet.
Lukas 5:5En Simon antwoordde en zeide tot Hem: Meester, wij hebben den gehelen nacht over gearbeid, en niet gevangen; doch op Uw woord zal ik het net uitwerpen.
Lukas 5:26En ontzetting heeft [hen] allen bevangen, en zij verheerlijkten God, en werden vervuld met vreze, zeggende: Wij hebben heden ongelofelijke dingen gezien.
Lukas 6:4Hoe hij ingegaan is in het huis Gods, en de toonbroden genomen en gegeten heeft, en ook gegeven dengenen, die met hem waren, welke niet zijn geoorloofd te eten, dan alleen den priesteren.
Lukas 7:16En vreze beving hen allen, en zij verheerlijkten God, zeggende: Een groot Profeet is onder ons opgestaan, en God heeft Zijn volk bezocht.
Lukas 9:16En Hij, de vijf broden en de twee vissen genomen hebbende, zag op naar den hemel, en zegende die, en brak ze, en gaf ze den discipelen, om der schare voor te leggen.
Lukas 9:39En zie, een geest neemt hem, en van stonde aan roept hij, en hij scheurt hem, dat hij schuimt, en wijkt nauwelijks van hem, en verplettert hem.
Lukas 11:10Want een iegelijk, die bidt, die ontvangt; en die zoekt, die vindt; en die klopt, dien zal opengedaan worden.
Lukas 13:19Het is gelijk aan een mosterdzaad, hetwelk een mens genomen en in zijn hof geworpen heeft; en het wies op, en werd tot een groten boom, en de vogelen des hemels nestelden in zijn takken.

Mede mogelijk dankzij

Hadderech