G3004 λέγω
zeggen, spreken

Bijbelteksten

Hebreeen 9:20Zeggende: Dit is het bloed des testaments, hetwelk God aan ulieden heeft geboden.
Hebreeen 10:5Daarom, komende in de wereld, zegt Hij: Slachtoffer en offerande hebt Gij niet gewild, maar Gij hebt Mij het lichaam toebereid;
Hebreeen 10:8Als Hij te voren gezegd had: Slachtoffer, en offerande, en brandoffers, en [offer] voor de zonde hebt Gij niet gewild, noch hebben U behaagd (dewelke naar de wet geofferd worden);
Hebreeen 10:16Want nadat Hij te voren gezegd had: Dit is het verbond, dat Ik met hen maken zal na die dagen, zegt de Heere: Ik zal Mijn wetten geven in hun harten, en Ik zal die inschrijven in hun verstanden;
Hebreeen 10:30Want wij kennen Hem, Die gezegd heeft: Mijn is de wraak, Ik zal het vergelden, spreekt de Heere. En wederom: De Heere zal Zijn volk oordelen.
Hebreeen 11:14Want die zulke dingen zeggen, betonen klaarlijk, dat zij een vaderland zoeken.
Hebreeen 11:24Door het geloof heeft Mozes, nu groot geworden zijnde, geweigerd een zoon van Farao's dochter genoemd te worden;
Hebreeen 11:32En wat zal ik nog [meer] zeggen? Want de tijd zal mij ontbreken, zou ik verhalen van Gideon, en Barak, en Samson, en Jeftha, en David, en Samuel, en de profeten;
Hebreeen 12:26Wiens stem toen de aarde bewoog; maar nu heeft Hij verkondigd, zeggende: Nog eenmaal zal Ik bewegen niet alleen de aarde, maar ook den hemel.
Hebreeen 13:6Zodat wij vrijmoediglijk durven zeggen: De Heere is mij een Helper, en ik zal niet vrezen, wat mij een mens zal doen.
Jakobus 1:13Niemand, als hij verzocht wordt, zegge: Ik word van God verzocht; want God kan niet verzocht worden met het kwade, en Hij Zelf verzoekt niemand.
Jakobus 2:11Want Die gezegd heeft: Gij zult geen overspel doen, Die heeft ook gezegd: Gij zult niet doden. Indien gij nu geen overspel zult doen, maar zult doden, zo zijt gij een overtreder der wet geworden.
Jakobus 2:14Wat nuttigheid is het, mijn broeders, indien iemand zegt, dat hij het geloof heeft, en hij heeft de werken niet? Kan dat geloof hem zalig maken?
Jakobus 2:23En de Schrift is vervuld geworden, die daar zegt: En Abraham geloofde God, en het is hem tot rechtvaardigheid gerekend, en hij is een vriend van God genaamd geweest.
Jakobus 4:5Of meent gij, dat de Schrift tevergeefs zegt: De Geest, Die in ons woont, heeft Die lust tot nijdigheid?
Jakobus 4:6Ja, Hij geeft meerdere genade. Daarom zegt [de Schrift]: God wederstaat de hovaardigen, maar den nederigen geeft Hij genade.
Jakobus 4:13Welaan nu gij, die daar zegt: Wij zullen heden of morgen naar zulk een stad reizen, en aldaar een jaar doorbrengen, en koopmanschap drijven, en winst doen.
Jakobus 4:15In plaats dat gij zoudt zeggen: Indien de Heere wil, en wij leven zullen, zo zullen wij dit of dat doen.
2 Petrus 3:4En zeggen: Waar is de belofte Zijner toekomst? Want van dien [dag], dat de vaders ontslapen zijn, blijven alle dingen alzo [gelijk] van het begin der schepping.
1 Johannes 2:4Die daar zegt: Ik ken Hem, en Zijn geboden niet bewaart, die is een leugenaar, en in dien is de waarheid niet;

Mede mogelijk dankzij