G3735 ὄρος
berg

Bijbelteksten

Mattheus 4:8Wederom nam Hem de duivel mede op een zeer hogen berg, en toonde Hem al de koninkrijken der wereld, en hun heerlijkheid;
Mattheus 5:1En [Jezus], de schare ziende, is geklommen op een berg, en als Hij nedergezeten was, kwamen Zijn discipelen tot Hem.
Mattheus 5:14Gij zijt het licht der wereld; een stad boven op een berg liggende, kan niet verborgen zijn.
Mattheus 8:1Toen Hij nu van den berg afgeklommen was, zijn Hem vele scharen gevolgd.
Mattheus 14:23En als Hij nu de scharen van Zich gelaten had, klom Hij op den berg alleen, om te bidden. En als het nu avond was geworden, zo was Hij daar alleen.
Mattheus 15:29En Jezus, van daar vertrekkende, kwam aan de zee van Galilea, en klom op den berg, en zat daar neder.
Mattheus 17:1En na zes dagen nam Jezus met Zich Petrus, en Jakobus, en Johannes, zijn broeder, en bracht hen op een hoge berg alleen.
Mattheus 17:9En als zij van de berg afkwamen, gebood hun Jezus, zeggende: Zegt niemand dit gezicht, totdat de Zoon des mensen zal opgestaan zijn uit de doden.
Mattheus 17:20En Jezus zeide tot hen: Om uws ongeloofs wil; want voorwaar zeg Ik u: Zo gij een geloof hadt als een mosterdzaad, gij zoudt tot deze berg zeggen: Ga heen van hier derwaarts! en hij zal heengaan; en niets zal u onmogelijk zijn.
Mattheus 18:12Wat dunkt u, indien enig mens honderd schapen had, en een uit dezelve afgedwaald ware, zal hij niet de negen en negentig laten, en op de bergen heengaande, het afgedwaalde zoeken?
Mattheus 21:1En als zij nu Jeruzalem genaakten, en gekomen waren te Beth-fage, aan de Olijfberg, toen zond Jezus twee discipelen, zeggende tot hen:
Mattheus 21:21Doch Jezus, antwoordende, zeide tot hen: Voorwaar zeg Ik u: Indien gij geloof hadt, en niet twijfeldet, gij zoudt niet alleenlijk doen, hetgeen den vijgeboom [is geschied]; maar indien gij ook tot deze berg zeidet: Word opgeheven en in de zee geworpen! het zou geschieden.
Mattheus 24:3En als Hij op den Olijfberg gezeten was, gingen de discipelen tot Hem alleen, zeggende: Zeg ons, wanneer zullen deze dingen zijn, en welk [zal] het teken [zijn] van Uw toekomst, en van de voleinding der wereld?
Mattheus 24:16Dat alsdan, die in Judea zijn, vlieden op de bergen;
Mattheus 26:30En als zij den lofzang gezongen hadden, gingen zij uit naar den Olijfberg.
Mattheus 28:16En de elf discipelen zijn heengegaan naar Galilea, naar den berg, waar Jezus hen bescheiden had.
Markus 3:13En Hij klom op den berg, en riep tot Zich, die Hij wilde; en zij kwamen tot Hem.
Markus 5:5En hij was altijd, nacht en dag, op de bergen en in de graven, roepende en slaande zichzelven met stenen.
Markus 5:11En aldaar aan de bergen was een grote kudde zwijnen, weidende.
Markus 6:46En als Hij aan dezelve hun afscheid gegeven had, ging Hij op den berg om te bidden.

Mede mogelijk dankzij

Hadderech