Johannes 3:13 | En niemand is opgevaren in den hemel, dan Die uit den hemel nedergekomen is, [namelijk] de Zoon des mensen, Die in de hemel is. |
Johannes 3:27 | Johannes antwoordde en zeide: Een mens kan geen ding aannemen, zo het hem uit de hemel niet gegeven zij. |
Johannes 3:32 | En hetgeen Hij gezien en gehoord heeft, dat getuigt Hij; en Zijn getuigenis neemt niemand aan. |
Johannes 4:27 | En daarop kwamen Zijn discipelen en verwonderden zich, dat Hij met een vrouw sprak. Nochtans zeide niemand: Wat vraagt Gij, of: Wat spreekt Gij met haar? |
Johannes 5:19 | Jezus dan antwoordde en zeide tot hen: Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: De Zoon kan niets van Zichzelven doen, tenzij Hij den Vader dat ziet doen; want zo wat Die doet, hetzelve doet ook de Zoon desgelijks. |
Johannes 5:22 | Want ook de Vader oordeelt niemand, maar heeft al het oordeel den Zoon gegeven; |
Johannes 5:30 | Ik kan van Mijzelven niets doen. Gelijk Ik hoor, oordeel Ik, en Mijn oordeel is rechtvaardig; want Ik zoek niet Mijn wil, maar den wil des Vaders, Die Mij gezonden heeft. |
Johannes 6:44 | Niemand kan tot Mij komen, tenzij dat de Vader, Die Mij gezonden heeft, hem trekke; en Ik zal hem opwekken ten uitersten dage. |
Johannes 6:63 | De Geest is het, Die levend maakt; het vlees is niet nut. De woorden, die Ik tot u spreek, zijn geest en zijn leven. |
Johannes 6:65 | En Hij zeide: Daarom heb Ik u gezegd, dat niemand tot Mij komen kan, tenzij dat het hem gegeven zij van Mijn Vader. |
Johannes 7:4 | Want niemand doet iets in het verborgen, en zoekt zelf, dat men openlijk van hem spreke. Indien Gij deze dingen doet, zo openbaar Uzelven aan de wereld. |
Johannes 7:13 | Nochtans sprak niemand vrijmoediglijk van Hem, om de vrees der Joden. |
Johannes 7:19 | Heeft Mozes u niet de wet gegeven? En niemand van u doet de wet. Wat zoekt gij Mij te doden? |
Johannes 7:26 | En ziet, Hij spreekt vrijmoediglijk, en zij zeggen Hem niets. Zouden nu wel de oversten waarlijk weten, dat Deze waarlijk is de Christus? |
Johannes 7:27 | Doch van Dezen weten wij, van waar Hij is; maar de Christus, wanneer Hij komen zal, zo zal niemand weten, van waar Hij is. |
Johannes 7:30 | Zij zochten Hem dan te grijpen; maar niemand sloeg de hand aan Hem; want Zijn ure was nog niet gekomen. |
Johannes 7:44 | En sommigen van hen wilden Hem grijpen; maar niemand sloeg de handen aan Hem. |
Johannes 8:10 | En Jezus, Zich oprichtende, en niemand ziende dan de vrouw, zeide tot haar: Vrouw, waar zijn deze uw beschuldigers? Heeft u niemand veroordeeld? |
Johannes 8:11 | En zij zeide: Niemand, Heere! En Jezus zeide tot haar: Zo veroordeel Ik u ook niet; ga heen, en zondig niet meer. |
Johannes 8:15 | Gij oordeelt naar het vlees; Ik oordeel niemand. |