G3765 οὐκέτι
niet langer, niet meer, niet verder

Bijbelteksten

Mattheus 19:6Alzo dat zij niet meer twee zijn, maar een vlees. Hetgeen dan God samengevoegd heeft, scheide de mens niet.
Mattheus 22:46En niemand kon Hem een woord antwoorden, noch iemand durfde Hem van dien dag aan [iets] meer vragen.
Markus 7:12En gij laat hem niet meer toe, iets aan zijn vader of zijn moeder te doen;
Markus 9:8En haastelijk rondom ziende, zagen zij niemand meer, dan Jezus alleen bij zich.
Markus 10:8En die twee zullen tot een vlees zijn, alzo dat zij niet meer twee zijn, maar een vlees.
Markus 12:34En Jezus ziende, dat hij verstandelijk geantwoord had, zeide tot hem: Gij zijt niet verre van het Koninkrijk Gods. En niemand durfde Hem meer vragen.
Markus 14:25Voorwaar, Ik zeg u, dat Ik niet meer zal drinken van de vrucht des wijnstoks, tot op dien dag, wanneer Ik dezelve nieuw zal drinken in het Koninkrijk Gods.
Markus 15:5En Jezus heeft niet meer geantwoord, zodat Pilatus zich verwonderde.
Lukas 15:19En ik ben niet meer waardig uw zoon genaamd te worden; maak mij als een van uw huurlingen.
Lukas 15:21En de zoon zeide tot hem: Vader, ik heb gezondigd tegen den Hemel, en voor u, en ben niet meer waardig uw zoon genaamd te worden.
Lukas 20:40En zij durfden Hem niet meer iets vragen.
Lukas 22:16Want Ik zeg u, dat Ik niet meer daarvan eten zal, totdat het vervuld zal zijn in het Koninkrijk Gods.
Johannes 4:42En zeiden tot de vrouw: Wij geloven niet meer om uws zeggens wil; want wij zelven hebben [Hem] gehoord, en weten, dat Deze waarlijk is de Christus, de Zaligmaker der wereld.
Johannes 6:66Van toen af gingen velen Zijner discipelen terug, en wandelden niet meer met Hem.
Johannes 11:54Jezus dan wandelde niet meer vrijelijk onder de Joden; maar ging van daar naar het land bij de woestijn, naar de stad, genaamd Efraim, en verkeerde aldaar met Zijn discipelen.
Johannes 14:19Nog een kleinen [tijd], en de wereld zal Mij niet meer zien; maar gij zult Mij zien; want Ik leef, en gij zult leven.
Johannes 14:30Ik zal niet meer veel met u spreken; want de overste dezer wereld komt, en heeft aan Mij niets.
Johannes 15:15Ik heet u niet meer dienstknechten; want de dienstknecht weet niet, wat zijn heer doet; maar Ik heb u vrienden genoemd; want al wat Ik van Mijn Vader gehoord heb, [dat] heb Ik u bekend gemaakt.
Johannes 16:10En van gerechtigheid, omdat Ik tot Mijn Vader heenga, en gij zult Mij niet meer zien;
Johannes 16:21Een vrouw, wanneer zij baart, heeft droefheid, dewijl haar ure gekomen is; maar wanneer zij het kindeken gebaard heeft, zo gedenkt zij de benauwdheid niet meer, om de blijdschap, dat een mens ter wereld geboren is.

Mede mogelijk dankzij

TuinTuin