G3844 παρά
vanaf, van, bij, naast, vlakbij
Handelingen 26:10 | Hetwelk ik ook gedaan heb te Jeruzalem, en ik heb velen van de heiligen in de gevangenissen gesloten, de macht van de overpriesters ontvangen hebbende; en als zij omgebracht werden, stemde ik het toe. |
Handelingen 26:12 | Waarover ook als ik naar Damaskus reisde, met macht en last, welk [ik] van de overpriesters [had], |
Handelingen 26:22 | Dan, hulp van God verkregen hebbende, sta ik tot op dezen dag, betuigende beiden klein en groot; niets zeggende buiten hetgeen de profeten en Mozes gesproken hebben, dat geschieden zoude: |
Handelingen 28:22 | Maar wij begeren wel van u te horen, wat gij gevoelt; want wat deze sekte aangaat, ons is bekend, dat zij overal tegengesproken wordt. |
Romeinen 1:25 | [Als] die de waarheid Gods veranderd hebben in de leugen, en het schepsel geeerd en gediend hebben boven den Schepper, Die te prijzen is in der eeuwigheid, amen. |
Romeinen 1:26 | Daarom heeft God hen overgegeven tot oneerlijke bewegingen; want ook hun vrouwen hebben het natuurlijk gebruik veranderd in het [gebruik] tegen nature; |
Romeinen 2:11 | Want er is geen aanneming des persoons bij God. |
Romeinen 2:13 | (Want de hoorders der wet zijn niet rechtvaardig voor God, maar de daders der wet zullen gerechtvaardigd worden; |
Romeinen 4:18 | Welke tegen hoop op hoop geloofd heeft, dat hij zou worden een vader van vele volken; volgens hetgeen gezegd was: Alzo zal uw zaad wezen. |
Romeinen 9:14 | Wat zullen wij dan zeggen? Is er onrechtvaardigheid bij God? Dat zij verre. |
Romeinen 11:24 | Want indien gij afgehouwen zijt uit den olijfboom, die van nature wild was, en tegen nature in den goeden olijfboom ingeent; hoeveel te meer zullen deze, die natuurlijke [takken] zijn, in hun eigen olijfboom geent worden? |
Romeinen 11:25 | Want ik wil niet, broeders, dat u deze verborgenheid onbekend zij (opdat gij niet wijs zijt, bij uzelven), dat de verharding voor een deel over Israel gekomen is, totdat de volheid der heidenen zal ingegaan zijn. |
Romeinen 11:27 | En dit is hun een verbond van Mij, als Ik hun zonden zal wegnemen. |
Romeinen 12:3 | Want door de genade, die mij gegeven is, zeg ik een iegelijk, die onder u is, dat hij niet wijs zij boven hetgeen men behoort wijs te zijn; maar dat hij wijs zij tot matigheid, gelijk als God een iegelijk de mate des geloofs gedeeld heeft. |
Romeinen 12:16 | Weest eensgezind onder elkander. Tracht niet naar de hoge dingen, maar voegt u tot de nederige. Zijt niet wijs bij uzelven. |
Romeinen 14:5 | De een acht wel den [enen] dag boven den [anderen] dag; maar de ander acht al de dagen [gelijk]. Een iegelijk zij in zijn eigen gemoed ten volle verzekerd. |
Romeinen 16:17 | En ik bid u, broeders, neemt acht op degenen, die tweedracht en ergernissen aanrichten tegen de leer, die gij [van ons] geleerd hebt; en wijkt af van dezelve. |
1 Corinthiers 3:11 | Want niemand kan een ander fondament leggen, dan hetgeen gelegd is, hetwelk is Jezus Christus. |
1 Corinthiers 3:19 | Want de wijsheid dezer wereld is dwaasheid bij God; want er is geschreven: Hij vat de wijzen in hun arglistigheid; |
1 Corinthiers 7:24 | Een iegelijk, waarin hij geroepen is, broeders, die blijve in hetzelve bij God. |