Openbaring 18:19 | En zij wierpen stof op hun hoofden, en riepen, wenende en rouw bedrijvende, zeggende: Wee, wee, de grote stad, in dewelke allen, die schepen in de zee hadden, van haar kostelijkheid rijk geworden zijn; want zij is in een ure verwoest geworden. |
Openbaring 18:21 | En een sterke engel hief een steen op als een groten molensteen, en wierp [dien] in de zee, zeggende: Aldus zal de grote stad Babylon met geweld geworpen worden, en zal niet meer gevonden worden. |
Openbaring 20:9 | En zij zijn opgekomen op de breedte der aarde, en omringden de legerplaats der heiligen, en de geliefde stad; en er kwam vuur neder van God uit den hemel, en heeft hen verslonden. |
Openbaring 21:2 | En ik, Johannes, zag de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, nederdalende van God uit den hemel, toebereid als een bruid, die voor haar man versierd is. |
Openbaring 21:10 | En hij voerde mij weg in den geest op een groten en hogen berg, en hij toonde mij de grote stad, het heilige Jeruzalem, nederdalende uit den hemel van God. |
Openbaring 21:14 | En de muur der stad had twaalf fondamenten, en in dezelve de namen der twaalf apostelen des Lams. |
Openbaring 21:15 | En hij die met mij sprak, had een gouden rietstok, opdat hij de stad zou meten, en haar poorten, en haar muur. |
Openbaring 21:16 | En de stad lag vierkant, en haar lengte was zo groot als [haar] breedte. En hij mat de stad met den rietstok op twaalf duizend stadien; de lengte, en de breedte, en de hoogte derzelve waren even gelijk. |
Openbaring 21:18 | En het gebouw van haar muur Jaspis; en de stad was zuiver goud, zijnde zuiver glas gelijk. |
Openbaring 21:19 | En de fondamenten van den muur der stad waren met allerlei kostelijk gesteente versierd. Het eerste fondament was Jaspis, het tweede Saffier, het derde Chalcedon, het vierde Smaragd. |
Openbaring 21:21 | En de twaalf poorten waren twaalf paarlen, een iedere poort was elk uit een paarl; en de straat der stad was zuiver goud; gelijk doorluchtig glas. |
Openbaring 21:23 | En de stad behoeft de zon en de maan niet, dat zij in dezelve zouden schijnen; want de heerlijkheid Gods heeft haar verlicht, en het Lam is haar Kaars. |
Openbaring 22:14 | Zalig zijn zij, die Zijn geboden doen, opdat hun macht zij aan den boom des levens, en zij door de poorten mogen ingaan in de stad. |
Openbaring 22:19 | En indien iemand afdoet van de woorden des boeks dezer profetie, God zal zijn deel afdoen uit het boek des levens, en uit de heilige stad, en [uit] hetgeen in dit boek geschreven is. |