G4350 προσκόπτω
stoten, struikelen

Bijbelteksten

Mattheus 4:6En zeide tot Hem: Indien Gij Gods Zoon zijt, werp Uzelven nederwaarts; want er is geschreven, dat Hij Zijn engelen van U bevelen zal, en [dat] zij U op de handen zullen nemen, opdat Gij niet te eniger tijd Uw voet aan een steen aanstoot.
Mattheus 7:27En de slagregen is nedergevallen, en de waterstromen zijn gekomen, en de winden hebben gewaaid, en zijn tegen hetzelve huis aangeslagen, en het is gevallen, en zijn val was groot.
Lukas 4:11En dat zij U op de handen nemen zullen, opdat Gij Uw voet niet te eniger tijd aan een steen stoot.
Johannes 11:9Jezus antwoordde: Zijn er niet twaalf uren in den dag? Indien iemand in den dag wandelt, zo stoot hij zich niet, overmits hij het licht dezer wereld ziet;
Johannes 11:10Maar indien iemand in den nacht wandelt, zo stoot hij zich, overmits het licht in hem niet is.
Romeinen 9:32Waarom? Omdat zij [die zochten] niet uit het geloof, maar als uit de werken der wet, want zij hebben zich gestoten aan den steen des aanstoots;
Romeinen 14:21Het is goed geen vlees te eten, noch wijn te drinken, noch [iets], waaraan uw broeder zich stoot, of geergerd wordt, of [waarin] hij zwak is.
1 Petrus 2:8Dengenen [namelijk], die zich aan het Woord stoten, ongehoorzaam zijnde, waartoe zij ook gezet zijn.

Mede mogelijk dankzij

Doneer Aantekeningen bij de Bijbel