G5342 φέρω
dragen

Bijbelteksten

Mattheus 14:11En zijn hoofd werd gebracht in een schotel, en het dochtertje gegeven; en zij droeg het [tot] haar moeder.
Mattheus 14:18En Hij zeide: Brengt Mij dezelve hier.
Mattheus 17:17En Jezus, antwoordende, zeide: O ongelovig en verkeerd geslacht, hoe lang zal Ik nog met ulieden zijn, hoe lang zal Ik u nog verdragen? Brengt hem Mij hier.
Markus 1:32Als het nu avond geworden was, toen de zon onderging, brachten zij tot Hem allen, die kwalijk gesteld en van den duivel bezeten waren.
Markus 2:3En er kwamen [sommigen] tot Hem, brengende een geraakte, die van vier gedragen werd.
Markus 4:8En het andere viel in de goede aarde, en gaf vrucht, die opging en wies; en het ene droeg dertig-, en het andere zestig-, en het andere honderd[voud].
Markus 6:27En de koning zond terstond een scherprechter, en gebood zijn hoofd te brengen. Deze nu ging heen, en onthoofdde hem in de gevangenis;
Markus 6:28En bracht zijn hoofd in een schotel, en gaf hetzelve het dochtertje, en het dochtertje gaf hetzelve harer moeder.
Markus 7:32En zij brachten tot Hem een dove, die zwaarlijk sprak, en baden Hem, dat Hij de hand op hem legde.
Markus 8:22En Hij kwam te Bethsaida; en zij brachten tot Hem een blinde, en baden Hem, dat Hij hem aanraakte.
Markus 9:17En een uit de schare, antwoordende, zeide: Meester, ik heb mijn zoon tot U gebracht, die een stommen geest heeft.
Markus 9:19En Hij antwoordden hem, en zeide: O ongelovig geslacht, hoe lang zal Ik nog bij ulieden zijn, hoe lang zal Ik u nog verdragen? Brengt hem tot Mij.
Markus 9:20En zij brachten denzelven tot Hem; en als hij Hem zag, scheurde hem terstond de geest; en hij vallende op de aarde, wentelde zich al schuimende.
Markus 12:15En Hij, wetende hun geveinsdheid, zeide tot hen: Wat verzoekt gij Mij? Brengt Mij een penning, dat Ik [hem] zie.
Markus 12:16En zij brachten [een]. En Hij zeide tot hen: Wiens is dit beeld, en het opschrift? En zij zeiden tot Hem: Des keizers.
Markus 15:22En zij brachten Hem tot de plaats Golgotha, hetwelk is, overgezet zijnde, Hoofdschedelplaats.
Lukas 5:18En ziet, [enige] mannen brachten op een bed een mens, die geraakt was, en zochten hem in te brengen, en voor Hem te leggen.
Lukas 15:23En brengt het gemeste kalf, en slacht het; en laat ons eten en vrolijk zijn.
Lukas 23:26En als zij Hem wegleidden, namen zij een Simon van Cyrene, komende van den akker, en legden hem het kruis op, dat hij het achter Jezus droeg.
Lukas 24:1En op den eersten [dag] der week, zeer vroeg in den morgenstond, gingen zij naar het graf, dragende de specerijen, die zij bereid hadden, en sommigen met haar.

Mede mogelijk dankzij

Doneer Aantekeningen bij de Bijbel