Handelingen 28:7 | En hier, omtrent dezelfde plaats, had de voornaamste van het eiland, met name Publius, [zijn] landhoeven, die ons ontving, en drie dagen vriendelijk herbergde. |
Handelingen 28:8 | En het geschiedde, dat de vader van Publius, met koortsen en den roden loop bevangen zijnde, te bed lag; tot denwelken Paulus inging, en als hij gebeden had, legde hij de handen op hem, en maakte hem gezond. |
1 Corinthiers 5:3 | Doch ik, als wel met het lichaam afwezend, maar tegenwoordig zijnde met den geest, heb alrede, als [of ik] tegenwoordig [ware], dengene, die dat alzo bedreven heeft, besloten, |
2 Corinthiers 5:5 | Die ons nu tot ditzelfde bereid heeft, is God, Die ons ook het onderpand des Geestes gegeven heeft. |
Galaten 3:3 | Zijt gij zo uitzinnig? Daar gij met den Geest begonnen zijt, voleindigt gij nu met het vlees? |
Efeziers 6:13 | Daarom neemt aan de gehele wapenrusting Gods, opdat gij kunt wederstaan in den bozen dag, en alles verricht hebbende, staande blijven. |
Filippenzen 1:6 | Vertrouwende ditzelve, dat Hij, Die in u een goed werk begonnen heeft, [dat] voleindigen zal tot op den dag van Jezus Christus; |
Filippenzen 2:30 | Want om het werk van Christus was hij tot nabij den dood gekomen, [zijn] leven niet achtende, opdat hij het gebrek uwer bediening aan mij vervullen zou. |
Filippenzen 4:18 | Maar ik heb alles ontvangen, en ik heb overvloed; ik ben vervuld geworden, als ik van Epafroditus ontvangen heb, dat van u [gezonden was, als] een welriekende reuk, een aangename offerande, Gode welbehagelijk. |
Colossenzen 2:13 | En Hij heeft u, als gij dood waart in de misdaden, en [in] de voorhuid uws vleses, mede levend gemaakt met Hem, al [uw] misdaden u vergevende; |
Colossenzen 2:15 | [En] de overheden en de machten uitgetogen hebbende, heeft Hij die in het openbaar tentoongesteld, en heeft door hetzelve over hen getriomfeerd. |
Colossenzen 3:9 | Liegt niet tegen elkander, dewijl gij uitgedaan hebt den ouden mens met zijn werken, |
1 Thessalonicensen 1:6 | En gij zijt onze navolgers geworden, en des Heeren, het Woord aangenomen hebbende in vele verdrukking, met blijdschap des Heiligen Geestes; |
1 Timotheus 1:19 | Houdende het geloof, en een goed geweten, hetwelk sommigen verstoten hebbende, van het geloof schipbreuk geleden hebben; |
Titus 2:12 | En onderwijst ons, dat wij, de goddeloosheid en de wereldse begeerlijkheden verzakende, matig en rechtvaardig, en godzalig leven zouden in deze tegenwoordige wereld; |
Hebreeen 6:4 | Want het is onmogelijk, degenen, die eens verlicht geweest zijn, en de hemelse gave gesmaakt hebben, en des Heiligen Geestes deelachtig geworden zijn, |
Hebreeen 6:5 | En gesmaakt hebben het goede woord Gods, en de krachten der toekomende eeuw, |
Hebreeen 6:13 | Want als God aan Abraham de belofte deed, dewijl Hij bij niemand, die meerder was, had te zweren, zo zwoer Hij bij Zichzelven, |
Hebreeen 10:23 | Laat ons de onwankelbare belijdenis der hoop [vast]houden; (want Die het beloofd heeft, is getrouw); |
Hebreeen 10:29 | Hoeveel te zwaarder straf, meent gij, zal hij waardig geacht worden, die den Zoon van God vertreden heeft, en het bloed des testaments onrein geacht heeft, waardoor hij geheiligd was, en den Geest der genade smaadheid heeft aangedaan? |