G5707

Bijbelteksten

Handelingen 12:19En als Herodes hem gezocht had, en niet vond, en de wachters rechtelijk ondervraagd had, gebood hij, dat zij weggeleid zouden worden. En hij vertrok van Judea naar Cesarea, en hield zich [aldaar].
Handelingen 12:21En op een gezetten dag, Herodes, een koninklijk kleed aangedaan hebbende, en op den rechterstoel gezeten zijnde, deed een rede tot hen.
Handelingen 12:22En het volk riep [hem] toe: Een stem Gods, en niet eens mensen!
Handelingen 12:24En het Woord Gods wies, en vermenigvuldigde.
Handelingen 13:5En gekomen zijnde te Salamis, verkondigden zij het woord Gods in de synagogen der Joden; en zij hadden ook Johannes tot een dienaar.
Handelingen 13:11En nu zie, de hand des Heeren [is] tegen u, en gij zult blind zijn, en de zon niet zien voor een tijd. En van stonde aan viel op hem donkerheid en duisternis: en rondom gaande, zocht hij, die [hem] met de hand mochten leiden.
Handelingen 13:25Doch als Johannes den loop vervulde, zeide hij: Wien meent gijlieden, dat ik ben? Ik ben [de Christus] niet; maar ziet, Hij komt na mij, Wien ik niet waardig ben de schoenen [Zijner] voeten te ontbinden.
Handelingen 13:42En als de Joden uitgegaan waren uit de synagoge, baden de heidenen, dat tegen den naasten sabbat hun dezelfde woorden zouden gesproken worden.
Handelingen 13:43En als de synagoge gescheiden was, volgden velen van de Joden en van de godsdienstige Jodengenoten Paulus en Barnabas; welke tot hen spraken, en hen vermaanden te blijven bij de genade Gods.
Handelingen 13:45Doch de Joden, de scharen ziende, werden met nijdigheid vervuld, en wederspraken, hetgeen van Paulus gezegd werd, wedersprekende en lasterende.
Handelingen 13:48Als nu de heidenen [dit] hoorden, verblijdden zij zich, en prezen het Woord des Heeren; en er geloofden zovelen, als er geordineerd waren tot het eeuwige leven.
Handelingen 14:10Zeide met grote stem: Sta recht op uw voeten! En hij sprong op en wandelde.
Handelingen 14:12En zij noemden Barnabas Jupiter, en Paulus Mercurius, omdat hij het woord voerde.
Handelingen 14:13En de priester van Jupiter, die voor hun stad was, als hij ossen en kransen aan de voorpoorten gebracht had, wilde hij offeren met de scharen.
Handelingen 14:19Maar daarover kwamen Joden van Antiochie en Ikonium, en overreedden de scharen, en stenigden Paulus, en sleepten [hem] buiten de stad, menende, dat hij dood was.
Handelingen 14:28En zij verkeerden aldaar geen kleinen tijd met de discipelen.
Handelingen 15:1En sommigen, die afgekomen waren van Judea, leerden de broederen, [zeggende]: Indien gij niet besneden wordt naar de wijze van Mozes, zo kunt gij niet zalig worden.
Handelingen 15:3Zij dan, van de Gemeente uitgeleid zijnde, reisden door Fenicie en Samaria, verhalende de bekering der heidenen; en deden al den broederen grote blijdschap aan.
Handelingen 15:12En al de menigte zweeg stil, en zij hoorden Barnabas en Paulus verhalen, wat grote tekenen en wonderen God door hen onder de heidenen gedaan had.
Handelingen 15:35En Paulus en Barnabas onthielden zich te Antiochie, lerende en verkondigende met nog vele anderen, het Woord des Heeren.

Mede mogelijk dankzij