H669 אֶפְרַיִם
Efraim

Bijbelteksten

Nehemia 12:39En van boven de poort van Efraim, en boven de Oude poort, en boven de Vispoort, en den toren Hananeel, en den toren Mea, tot aan de Schaapspoort, en zij bleven staan in de Gevangenpoort.
Psalm 60:9Gilead is mijn, en Manasse is mijn, en Efraim is de sterkte mijns hoofds; Juda is mijn wetgever.
Psalm 78:9(De kinderen van Efraim, gewapende boogschutters, keerden om ten dage des strijds.)
Psalm 78:67Doch Hij verwierp de tent van Jozef, en den stam van Efraim verkoos Hij niet.
Psalm 80:3Wek Uw macht op voor het aangezicht van Efraim, en Benjamin, en Manasse, en kom tot onze verlossing.
Psalm 108:9Gilead is mijn, Manasse is mijn, en Efraim is de sterkte mijns hoofds; Juda is mijn wetgever.
Jesaja 7:2Als men den huize Davids boodschapte, zeggende: De Syriërs rusten op Efraim, zo bewoog zich zijn hart en het hart zijns volks, gelijk de bomen des wouds bewogen worden van den wind.
Jesaja 7:5Omdat de Syrier kwaad tegen u beraadslaagd heeft, [met] Efraim en den zoon van Remalia, zeggende:
Jesaja 7:8Maar Damaskus zal het hoofd van Syrië zijn, en Rezin het hoofd van Damaskus; en in nog vijf en zestig jaren zal Efraim verbroken worden, dat het geen volk zij.
Jesaja 7:9Ondertussen zal Samaria Efraims hoofd zijn, en de zoon van Remalia het hoofd van Samaria. Indien gijlieden niet gelooft, zekerlijk, gij zult niet bevestigd worden.
Jesaja 7:17[Doch] de HEERE zal over u, en over uw volk, en over uws vaders huis, dagen doen komen, hoedanige niet gekomen zijn van dien dag af, dat Efraim van Juda is afgeweken, [door] den koning van Assyrië.
Jesaja 9:8En al dit volk zal het gewaar worden, Efraim en de inwoner van Samaria; in hoogmoed en grootsheid des harten, zeggende:
Jesaja 9:20Manasse Efraim, en Efraim Manasse, [en] zij zullen te zamen tegen Juda zijn. Om dit alles keert Zijn toorn zich niet af, maar Zijn hand is nog uitgestrekt.
Jesaja 11:13En de nijd van Efraim zal wegwijken, en de tegenpartijders van Juda zullen uitgeroeid worden; Efraim zal Juda niet benijden, en Juda zal Efraim niet benauwen.
Jesaja 17:3En de vesting zal ophouden van Efraim, en het koninkrijk van Damaskus, en het overblijfsel der Syriers; zij zullen zijn gelijk de heerlijkheid der kinderen Israels, spreekt de HEERE der heirscharen.
Jesaja 28:1Wee de hovaardige kroon der dronkenen van Efraim, welker heerlijk sieraad is een afvallende bloem, die daar is op het hoofd der zeer vette vallei, der geslagenen van den wijn.
Jesaja 28:3De hovaardige kronen der dronkenen van Efraim zullen met voeten vertreden worden.
Jeremia 4:15Want een stem verkondigt van Dan af, en doet ellende horen van het gebergte van Efraim.
Jeremia 7:15En Ik zal ulieden van Mijn aangezicht wegwerpen, gelijk als Ik al uw broederen, het ganse zaad van Efraim, weggeworpen heb.
Jeremia 31:6Want er zal een dag zijn, [waarin] de hoeders op Efraims gebergte zullen roepen: Maakt ulieden op, en laat ons opgaan [naar] Sion, tot den HEERE, onzen God!

Mede mogelijk dankzij

KlussenKlussen