H1121 בֵּן
zoon, Torah: bezorger, vreemde, veulen, kalf, kind, kleinkind, zonen, kleinkinderen
Genesis 36:15 | Dit zijn de vorsten der zonen van Ezau: de zonen van Elifaz, den eerstgeborene van Ezau, waren: de vorst Teman, de vorst Omar, de vorst Zefo, de vorst Kenaz. |
Genesis 36:16 | De vorst Korah, de vorst Gaetam, de vorst Amalek; dat zijn de vorsten van Elifaz in het land Edom; dat zijn de zonen van Ada. |
Genesis 36:17 | En dit zijn de zonen van Rehuel, den zoon van Ezau: de vorst Nahath, de vorst Zerah, de vorst Samma, de vorst Mizza; dat zijn de vorsten van Rehuel in het land Edom; dat zijn de zonen van Basmath, de huisvrouw van Ezau. |
Genesis 36:18 | En dit zijn de zonen van Aholibama, de huisvrouw van Ezau: de vorst Jehus, de vorst Jaelam, de vorst Korah; dat zijn de vorsten van Aholibama, de dochter van Ana, de huisvrouw van Ezau. |
Genesis 36:19 | Dat zijn de zonen van Ezau, en dat zijn hunlieder vorsten; hij is Edom. |
Genesis 36:20 | Dit zijn de zonen van Seir, den Horiet, inwoners van dat land: Lotan, en Sobal, en Zibeon, en Ana, |
Genesis 36:21 | En Dison, en Ezer, en Disan; dat zijn de vorsten der Horieten, zonen van Seir, in het land van Edom. |
Genesis 36:22 | En de zonen van Lotan waren Hori en Hemam; en Lotans zuster was Timna. |
Genesis 36:23 | En dit zijn de zonen van Sobal: Alvan en Manahath, en Ebal, en Sefo, en Onam. |
Genesis 36:24 | En dit zijn de zonen van Zibeon: Aja en Ana, hij is die Ana, die de muilen in de woestijn gevonden heeft, toen hij de ezels van zijn vader Zibeon weidde. |
Genesis 36:25 | En dit zijn de zonen van Ana: Dison; en Aholibama was de dochter van Ana. |
Genesis 36:26 | En dit zijn de zonen van Dison: Hemdan, en Esban, en Ithran, en Cheran. |
Genesis 36:27 | Dit zijn de zonen van Ezer: Bilhan, en Zaavan, en Akan. |
Genesis 36:28 | Dit zijn de zonen van Disan: Uz en Aran. |
Genesis 36:31 | En dit zijn koningen, die geregeerd hebben in het land Edom, eer een koning regeerde over de kinderen Israels. |
Genesis 36:32 | Bela dan, de zoon van Beor, regeerde in Edom, en de naam zijner stad was Dinhaba. |
Genesis 36:33 | En Bela stierf, en Jobab, de zoon van Zerah, van Bozra, regeerde in zijn plaats. |
Genesis 36:35 | En Husam stierf, en in zijn plaats regeerde Hadad, de zoon van Bedad, die Midian versloeg in het veld van Moab; en de naam zijner stad was Avith. |
Genesis 36:38 | En Saul stierf, en Baal-hanan, de zoon van Achbor, regeerde in zijn plaats. |
Genesis 36:39 | En Baal-hanan, de zoon van Achbor, stierf, en Hadar regeerde in zijn plaats; en de naam zijner stad was Pahu; en de naam zijner huisvrouw was Mechetabeel, een dochter van Matred, de dochter van Mezahab. |