Amos 7:1 | De Heere HEERE deed mij aldus zien; en ziet, Hij formeerde sprinkhanen, in het begin des opkomens van het nagras; en ziet, het was het nagras, na des konings afmaaiingen. |
Amos 7:4 | [Wijders] deed mij de Heere HEERE aldus zien; en ziet, de Heere HEERE riep uit, dat Hij wilde twisten met vuur; en het verteerde een groten afgrond, ook verteerde het een stuk lands. |
Amos 7:7 | [Nog] deed Hij mij aldus zien; en ziet, de Heere stond op een muur, die naar het paslood gemaakt was, en een paslood was in Zijn hand. |
Amos 8:1 | De Heere HEERE deed mij aldus zien; en ziet, een korf met zomervruchten. |
Amos 8:11 | Ziet, de dagen komen, spreekt de Heere HEERE, dat Ik een honger in het land zal zenden; niet een honger naar brood, noch dorst naar water, maar om te horen de woorden des HEEREN. |
Amos 9:8 | Ziet, de ogen des Heeren HEEREN zijn tegen dit zondig koninkrijk, dat Ik het van den aardbodem verdelge; behalve dat Ik het huis Jakobs niet ganselijk zal verdelgen, spreekt de HEERE. |
Amos 9:9 | Want ziet, Ik geef bevel, en Ik zal het huis Israels onder al de heidenen schudden, gelijk als [zaad] geschud wordt in een zeef; en niet een steentje zal er ter aarde vallen. |
Amos 9:13 | Ziet, de dagen komen, spreekt de HEERE, dat de ploeger den maaier, en de druiventreder den zaadzaaier genaken zal; en de bergen zullen van zoeten wijn druipen, en al de heuvelen zullen smelten. |
Obadja 1:2 | Ziet, Ik heb u klein gemaakt onder de heidenen, gij zijt zeer veracht. |
Micha 1:3 | Want ziet, de HEERE gaat uit van Zijn plaats, en Hij zal nederdalen en treden op de hoogten der aarde. |
Nahum 1:15 | Ziet op de bergen de voeten desgenen, die het goede boodschapt, die vrede doet horen; vier uw vierdagen, o Juda! betaal uw geloften; want de Belials-[man] zal voortaan niet meer door u doorgaan; hij is gans uitgeroeid. |
Nahum 3:13 | Ziet, uw volk zal in het midden van u tot vrouwen worden; de poorten uws lands zullen uw vijanden wijd geopend worden; het vuur zal uw grendelen verteren. |
Habakuk 2:4 | Ziet, zijn ziel verheft zich, zij is niet recht in hem; maar de rechtvaardige zal door zijn geloof leven. |
Habakuk 2:13 | Ziet, is het niet van den HEERE der heirscharen, dat de volken arbeiden ten vure, en de lieden zich vermoeien tevergeefs? |
Habakuk 2:19 | Wee dien, die tot het hout zegt: Word wakker! [en:] Ontwaak! tot den zwijgenden steen. Zou het leren? Ziet, het is [met] goud en zilver overtrokken, en er is gans geen geest in het midden van hetzelve. |
Haggai 1:9 | Gij ziet om naar veel, maar ziet, gij bekomt weinig; en als gij het in huis gebracht hebt, zo blaas Ik daarin. Waarom dat? spreekt de HEERE der heirscharen; om Mijns huizes wil, hetwelk woest is, en dat gij loopt elk voor zijn eigen huis. |
Zacharia 1:8 | Ik zag des nachts, en ziet, een Man rijdende op een rood paard, en Hij stond tussen de mirten, die in de diepte waren; en achter Hem waren rode, bruine en witte paarden. |
Zacharia 1:11 | En zij antwoordden den Engel des HEEREN, Die tussen de mirten stond, en zeiden: Wij hebben het land doorwandeld, en ziet, het ganse land zit en het is stil. |
Zacharia 1:18 | En ik hief mijn ogen op, en zag; en ziet, er waren vier hoornen. |
Zacharia 2:1 | Wederom hief ik mijn ogen op, en ik zag; en ziet, er was een man, en in zijn hand was een meetsnoer. |