H3372 יָרֵא
vrezen, opzien tegen, bang zijn, vereren, eren, eerbied hebben, ontzag hebben, schieten, uitgieten

Bijbelteksten

Job 9:35Zo zal ik spreken, en Hem niet vrezen; want zodanig ben ik niet bij mij.
Job 11:15Want dan zult gij uw aangezicht opheffen uit de gebreken, en zult vast wezen, en niet vrezen.
Job 32:6Hierom antwoordde Elihu, de zoon van Baracheel, den Buziet, en zeide: Ik ben minder van dagen, maar gijlieden zijt stokouden; daarom heb ik geschroomd en gevreesd, ulieden mijn gevoelen te vertonen.
Job 37:22[Als] van het noorden het goud komt; [maar] bij God is een vreselijke majesteit!
Job 37:24Daarom vreze Hem de lieden; Hij ziet geen wijzen van harte aan.
Psalm 3:7Ik zal niet vrezen voor tienduizenden des volks, die zich rondom tegen mij zetten.
Psalm 23:4Al ging ik ook in een dal der schaduw des doods, ik zou geen kwaad vrezen, want Gij zijt met mij; Uw stok en Uw staf, die vertroosten mij.
Psalm 27:1[Een psalm] van David. De HEERE is mijn Licht en mijn Heil, voor wien zou ik vrezen? De HEERE is mijns levens kracht, voor wien zou ik vervaard zijn?
Psalm 27:3Ofschoon mij een leger belegerde, mijn hart zou niet vrezen; ofschoon een oorlog tegen mij opstond, zo vertrouw ik hierop.
Psalm 33:8Laat de ganse aarde voor den HEERE vrezen; laat alle inwoners van de wereld voor Hem schrikken.
Psalm 34:10[Jod.] Vreest den HEERE, gij Zijn heiligen! want die Hem vrezen, hebben geen gebrek.
Psalm 40:4En Hij heeft een nieuw lied in mijn mond gegeven, een lofzang onzen Gode; velen zullen het zien, en vrezen, en op den HEERE vertrouwen.
Psalm 45:5En rijd voorspoediglijk in Uw heerlijkheid, op het woord der waarheid en rechtvaardige zachtmoedigheid; en Uw rechterhand zal U vreselijke dingen leren.
Psalm 46:3Daarom zullen wij niet vrezen, al veranderde de aarde [haar plaats], en al werden de bergen verzet in het hart van de zeeen;
Psalm 47:3Want de HEERE, de Allerhoogste, is vreselijk, een groot Koning over de ganse aarde.
Psalm 49:6Waarom zou ik vrezen in kwade dagen, [als] de ongerechtigen, die op de hielen zijn, mij omringen?
Psalm 49:17Vrees niet, wanneer een man rijk wordt, wanneer de eer van zijn huis groot wordt;
Psalm 52:8En de rechtvaardigen zullen het zien, en vrezen; en zij zullen over hem lachen, [zeggende]:
Psalm 55:20God zal horen, en zal hen plagen, als die van ouds zit, Sela; dewijl bij hen gans geen verandering is, en zij God niet vrezen.
Psalm 56:4Ten dage, [als] ik zal vrezen, zal ik op U vertrouwen.

Mede mogelijk dankzij

KlussenKlussen