H3372 יָרֵא
vrezen, opzien tegen, bang zijn, vereren, eren, eerbied hebben, ontzag hebben, schieten, uitgieten
Psalm 56:5 | In God zal ik Zijn woord prijzen; ik vertrouw op God, ik zal niet vrezen; wat zoude mij vlees doen? |
Psalm 56:12 | Ik vertrouw op God, ik zal niet vrezen; wat zou mij de mens doen? |
Psalm 64:5 | Om in verborgen plaatsen den oprechte te schieten; haastig schieten zij naar hem, en vrezen niet. |
Psalm 64:10 | En alle mensen zullen vrezen, en Gods werk verkondigen, en Zijn doen verstandelijk aanmerken. |
Psalm 65:6 | Vreselijke dingen zult Gij ons in gerechtigheid antwoorden, o God onzes heils! o Vertrouwen aller einden der aarde, en der verre gelegenen [aan] de zee! |
Psalm 65:9 | En die op de einden wonen, vrezen voor Uw tekenen; Gij doet de uitgangen des morgens en des avonds juichen. |
Psalm 66:3 | Zegt tot God: Hoe vreselijk zijt Gij [in] Uw werken! Om de grootheid Uwer sterkte zullen zich Uw vijanden geveinsdelijk aan U onderwerpen. |
Psalm 66:5 | Komt en ziet Gods daden; Hij is vreselijk van werking aan de mensenkinderen. |
Psalm 67:8 | God zal ons zegenen; en alle einden der aarde zullen Hem vrezen. |
Psalm 68:36 | O God! Gij zijt vreselijk uit Uw heiligdommen; de God Israels, Die geeft den volke sterkte en krachten. Geloofd zij God! |
Psalm 72:5 | Zij zullen U vrezen, zolang de zon en maan zullen zijn, van geslacht tot geslacht. |
Psalm 76:8 | Gij, vreselijk zijt Gij; en wie zal voor Uw aangezicht bestaan, van den tijd Uws toorns af? |
Psalm 76:9 | Gij deedt een oordeel horen uit den hemel; de aarde vreesde en werd stil, |
Psalm 76:13 | Die den geest der vorsten als druiven afsnijdt; Die den koningen der aarde vreselijk is. |
Psalm 86:11 | Leer mij, HEERE! Uw weg; ik zal in Uw waarheid wandelen; verenig mijn hart tot de vreze Uws Naams. |
Psalm 89:8 | God is grotelijks geducht in den raad der heiligen, en vreselijk boven allen, die rondom Hem zijn. |
Psalm 91:5 | Gij zult niet vrezen voor den schrik des nachts, voor den pijl, die des daags vliegt; |
Psalm 96:4 | Want de HEERE is groot, en zeer te prijzen; Hij is vreselijk boven alle goden. |
Psalm 99:3 | Dat zij Uw groten en vreselijken Naam loven, die heilig is; |
Psalm 102:16 | Dan zullen de heidenen den Naam des HEEREN vrezen, en alle koningen der aarde Uw heerlijkheid. |