H3671 כָּנָף
vleugel, wiek, uiteinde, hoek, slip (v.e. kledingstuk), zoom
1 Koningen 6:27 | En hij zette deze cherubs in het midden van het binnenste huis; en de cherubs spreidden de vleugelen uit, zodat de vleugel des enen raakte aan dezen wand, en de vleugel des anderen cherubs raakte aan den anderen wand; en hun vleugelen naar het midden van het huis raakten vleugel aan vleugel. |
1 Koningen 8:6 | Alzo brachten de priesteren de ark des verbonds des HEEREN tot haar plaats, tot de aanspraakplaats van het huis, tot het heilige der heiligen, tot onder de vleugelen der cherubim. |
1 Koningen 8:7 | Want de cherubim spreidden beide vleugelen over de plaats der ark; en de cherubim overdekten de ark en haar handbomen van boven. |
2 Kronieken 3:11 | Aangaande de vleugelen der cherubim, hun lengte was twintig ellen; des enen vleugel was van vijf ellen, rakende aan den wand van het huis, en de andere vleugel van vijf ellen, rakende aan den vleugel des anderen cherubs. |
2 Kronieken 3:12 | Insgelijks was de vleugel des anderen cherubs van vijf ellen, rakende aan den wand van het huis; en de andere vleugel was van vijf ellen, klevende aan den vleugel des anderen cherubs. |
2 Kronieken 3:13 | De vleugelen dezer cherubim spreidden zich uit twintig ellen; en zij stonden op hun voeten, en hun aangezichten waren huiswaarts. |
2 Kronieken 5:7 | Alzo brachten de priesters de ark des verbonds des HEEREN tot haar plaats, tot de aanspraakplaats van het huis, tot het heilige der heiligen, tot onder de vleugelen der cherubim. |
2 Kronieken 5:8 | Want de cherubim spreidden de beide vleugelen over de plaats der ark; en de cherubim overdekten de ark en haar handbomen van boven. |
Job 37:3 | Dat zendt Hij rechtuit onder den gansen hemel, en Zijn licht over de einden der aarde. |
Job 38:13 | Opdat hij de einden der aarde vatten zou; en de goddelozen uit haar uitgeschud zouden worden? |
Job 39:16 | Zijn [van u] de verheugelijke vleugelen der pauwen? Of de vederen des ooievaars, en des struisvogels? |
Job 39:29 | Vliegt de sperwer door uw verstand, [en] breidt hij zijn vleugelen uit naar het zuiden? |
Psalm 17:8 | Bewaar mij als het zwart des oogappels, verberg mij onder de schaduw Uwer vleugelen, |
Psalm 18:11 | En Hij voer op een cherub, en vloog; ja, Hij vloog snellijk op de vleugelen des winds. |
Psalm 36:8 | Hoe dierbaar is Uw goedertierenheid, o God! Dies de mensenkinderen onder de schaduw Uwer vleugelen toevlucht nemen. |
Psalm 57:2 | Wees mij genadig, o God! Wees mij genadig, want mijn ziel betrouwt op U, en ik neem mijn toevlucht onder de schaduw Uwer vleugelen, totdat de verdervingen zullen voorbij zijn gegaan. |
Psalm 61:5 | Ik zal in Uw hut verkeren [in] eeuwigheden; ik zal mijn toevlucht nemen in het verborgene Uwer vleugelen. Sela. |
Psalm 63:8 | Want Gij zijt mij een hulp geweest; en in de schaduw Uwer vleugelen zal ik vrolijk zingen. |
Psalm 68:14 | Al laagt gijlieden tussen twee rijen van stenen, [zo zult gij toch worden als] vleugelen ener duive, overdekt met zilver, en welker vederen zijn met uitgegraven geluwen goud. |
Psalm 78:27 | En regende op hen vlees als stof, en gevleugeld gevogelte als zand der zeeen; |