H3671 כָּנָף
vleugel, wiek, uiteinde, hoek, slip (v.e. kledingstuk), zoom
Psalm 91:4 | Hij zal u dekken met Zijn vlerken, en onder Zijn vleugelen zult gij betrouwen; Zijn waarheid is een rondas en beukelaar. |
Psalm 104:3 | Die Zijn opperzalen zoldert in de wateren, Die van de wolken Zijn wagen maakt, Die op de vleugelen des winds wandelt. |
Psalm 139:9 | Nam ik vleugelen des dageraads, woonde ik aan het uiterste der zee; |
Psalm 148:10 | Het wild gedierte en alle vee; kruipend gedierte en gevleugeld gevogelte! |
Spreuken 1:17 | Zekerlijk, het net wordt tevergeefs gespreid voor de ogen van allerlei gevogelte; |
Spreuken 23:5 | Zult gij uw ogen laten vliegen op hetgeen niets is? Want het zal zich gewisselijk vleugelen maken gelijk een arend, die naar den hemel vliegt. |
Prediker 10:20 | Vloek den koning niet, zelfs in uw gedachten, en vloek den rijke niet in het binnenste uwer slaapkamer; want het gevogelte des hemels zou de stem wegvoeren, en het gevleugelde zou het woord te kennen geven. |
Jesaja 6:2 | De serafs stonden boven Hem; een iegelijk had zes vleugelen; met twee bedekte [ieder] zijn aangezicht, en met twee bedekte hij zijn voeten, en met twee vloog hij. |
Jesaja 8:8 | En hij zal doortrekken in Juda, hij zal het overstromen, en er doorgaan, hij zal tot aan den hals reiken; en de uitstrekkingen zijner vleugelen zullen vervullen de breedte uws lands, o Immanuel! |
Jesaja 10:14 | En mijn hand heeft gevonden het vermogen der volken, als een nest, en ik heb het ganse aardrijk samengeraapt, gelijk men de eieren die verlaten zijn, samenraapt; en er is niemand geweest, die een vleugel verroerde, of den bek opendeed, of piepte. |
Jesaja 11:12 | En Hij zal een banier oprichten onder de heidenen, en Hij zal de verdrevenen van Israel verzamelen, en de verstrooiden uit Juda vergaderen, van de vier einden des aardrijks. |
Jesaja 18:1 | Wee het land, dat schaduwachtig is aan de frontieren, dat aan de zijde der rivieren van Morenland is; |
Jesaja 24:16 | Van het uiterste einde der aarde horen wij psalmen, [tot] verheerlijking des Rechtvaardigen. Doch [nu] zeg ik: Ik word mager, ik word mager, wee mij! de trouwelozen handelen trouwelooslijk, en met trouweloosheid handelen de trouwelozen trouwelooslijk. |
Jeremia 2:34 | Ja, het bloed van de zielen der onschuldige nooddruftigen is in uw zomen gevonden; Ik heb dat niet met opgraven gevonden, maar aan alle die. |
Jeremia 48:40 | Want zo zegt de HEERE: Ziet, hij zal snel vliegen als een arend, en hij zal zijn vleugelen over Moab uitbreiden. |
Jeremia 49:22 | Ziet, hij zal opkomen en snel vliegen, als een arend, en zijn vleugelen over Bozra uitbreiden; en het hart van Edoms helden zal te dien dage wezen, als het hart ener vrouw, die in nood is. |
Ezechiel 1:6 | En elkeen had vier aangezichten; insgelijks had elkeen van hen vier vleugelen. |
Ezechiel 1:8 | En mensenhanden waren onder hun vleugelen, aan hun vier zijden; en die vier hadden hun aangezichten en hun vleugelen. |
Ezechiel 1:9 | Hun vleugelen waren samengevoegd, de een aan den ander; zij keerden zich niet om, als zij gingen; zij gingen elkeen recht uit voor zijn aangezicht henen. |
Ezechiel 1:11 | Ook waren hun aangezichten en hun vleugelen opwaarts verdeeld; elkeen had er twee samengevoegd aan de andere, en twee bedekten hun lichamen. |