H5186 נָטָה
turn, turn, incline, stretch out, stretch forth
Psalm 31:3 | Neig Uw oor tot mij, red mij haastelijk; wees mij tot een sterken Rotssteen, tot een zeer vast Huis, om mij te behouden. |
Psalm 40:2 | Ik heb den HEERE lang verwacht; en Hij heeft Zich tot mij geneigd, en mijn geroep gehoord. |
Psalm 44:19 | Ons hart is niet achterwaarts gekeerd, noch onze gang geweken van Uw pad. |
Psalm 45:11 | Hoor, o Dochter! en zie, en neig uw oor; en vergeet uw volk en uws vaders huis. |
Psalm 49:5 | Ik zal mijn oor neigen tot een spreuk; ik zal mijn verborgene rede openen op de harp. |
Psalm 62:4 | Hoe lang zult gijlieden kwaad aanstichten tegen een man? Gij allen zult gedood worden; gij zult zijn als een ingebogen wand, een aangestoten muur. |
Psalm 71:2 | Red mij door Uw gerechtigheid, en bevrijd mij; neig Uw oor tot mij, en verlos mij. |
Psalm 73:2 | Maar mij aangaande, mijn voeten waren bijna uitgeweken; mijn treden waren bijkans uitgeschoten. |
Psalm 78:1 | Een onderwijzing van Asaf. O mijn volk! neem mijn leer ter oren; neigt ulieder oor tot de redenen mijns monds. |
Psalm 86:1 | Een gebed van David. HEERE! neig Uw oor, verhoor mij; want ik ben ellendig en nooddruftig. |
Psalm 88:3 | Laat mijn gebed voor Uw aanschijn komen; neig Uw oor tot mijn geschrei. |
Psalm 102:3 | Verberg Uw aangezicht niet voor mij, neig Uw oor tot mij ten dage mijner benauwdheid; ten dage als ik roep, verhoor mij haastelijk. |
Psalm 102:12 | Mijn dagen zijn als een afgaande schaduw, en ik verdor als gras. |
Psalm 104:2 | Hij bedekt Zich met het licht, als met een kleed; Hij rekt den hemel uit als een gordijn. |
Psalm 109:23 | Ik ga heen gelijk een schaduw, wanneer zij zich neigt; ik worde omgedreven als een sprinkhaan. |
Psalm 116:2 | Want Hij neigt Zijn oor tot mij; dies zal ik [Hem] in mijn dagen aanroepen. |
Psalm 119:36 | Neig mijn hart tot Uw getuigenissen, en niet tot gierigheid. |
Psalm 119:51 | De hovaardigen hebben mij boven mate zeer bespot; [nochtans] ben ik van Uw wet niet geweken. |
Psalm 119:112 | Ik heb mijn hart geneigd, om Uw inzettingen eeuwiglijk te doen, ten einde toe. |
Psalm 119:157 | Mijn vervolgers en mijn wederpartijders zijn vele, [maar] van Uw getuigenissen wijk ik niet. |