Psalm 55:13 | Want het is geen vijand, [die] mij hoont, anders zou ik het hebben gedragen; het is mijn hater niet, [die] zich tegen mij groot maakt, anders zou ik mij voor hem verborgen hebben. |
Psalm 64:3 | Verberg mij voor den heimelijken raad der boosdoeners, voor de oproerigheid van de werkers der ongerechtigheid. |
Psalm 69:18 | En verberg Uw aangezicht niet van Uw knecht, want mij is bange; haast U, verhoor mij. |
Psalm 88:15 | HEERE! waarom verstoot Gij mijn ziel, [en] verbergt Uw aanschijn voor mij? |
Psalm 89:47 | Hoe lang, o HEERE! zult Gij U steeds verbergen, zal Uw grimmigheid branden als een vuur? |
Psalm 102:3 | Verberg Uw aangezicht niet voor mij, neig Uw oor tot mij ten dage mijner benauwdheid; ten dage als ik roep, verhoor mij haastelijk. |
Psalm 104:29 | Verbergt Gij Uw aangezicht, zij worden verschrikt; neemt Gij hun adem weg, zij sterven, en zij keren weder tot hun stof. |
Psalm 119:19 | Ik ben een vreemdeling op de aarde, verberg Uw geboden voor mij niet. |
Psalm 143:7 | Verhoor mij haastelijk, HEERE! mijn geest bezwijkt; verberg Uw aangezicht niet van mij, want ik zou gelijk worden dengenen, die in den kuil dalen. |
Spreuken 22:3 | Een kloekzinnig mens ziet het kwaad, en verbergt zich; maar de slechten gaan henen door, en worden gestraft. |
Spreuken 25:2 | Het is Gods eer een zaak te verbergen; maar de eer der koningen een zaak te doorgronden. |
Spreuken 27:5 | Openbare bestraffing is beter dan verborgene liefde. |
Spreuken 27:12 | De kloekzinnige ziet het kwaad, [en] verbergt zich; de slechten gaan henen door, [en] worden gestraft. |
Spreuken 28:28 | Als de goddelozen opkomen, verbergt zich de mens; maar als zij omkomen, vermenigvuldigen de rechtvaardigen. |
Jesaja 8:17 | Daarom zal ik den Heere verbeiden, Die Zijn aangezicht verbergt voor het huis van Jakob, en ik zal Hem verwachten. |
Jesaja 16:3 | Brengt een raad aan, houdt gericht, maakt uw schaduw op het midden van den middag, gelijk van den nacht; verbergt de verdrevenen, [en] meldt den omzwervende niet. |
Jesaja 28:15 | Omdat gijlieden zegt: Wij hebben een verbond met den dood gemaakt, en met de hel hebben wij een voorzichtig verdrag gemaakt; wanneer de overvloeiende gesel doortrekken zal, zal hij tot ons niet komen; want wij hebben de leugen ons tot een toevlucht gesteld, en onder de valsheid hebben wij ons verborgen. |
Jesaja 29:14 | Daarom, ziet, Ik zal voorts wonderlijk handelen met dit volk, wonderlijk en wonderbaarlijk; want de wijsheid zijner wijzen zal vergaan, en het verstand zijner verstandigen zal zich verbergen. |
Jesaja 29:15 | Wee dengenen, die zich diep versteken willen voor den HEERE, [hun] raad verbergende; en welker werken in duisterheid geschieden, en zij zeggen: Wie ziet ons, en wie kent ons? |
Jesaja 40:27 | Waarom zegt gij [dan], o Jakob! en spreekt, o Israel! mijn weg is voor den HEERE verborgen, en mijn recht gaat van mijn God voorbij? |