Hosea 4:6 | Mijn volk is uitgeroeid, omdat het zonder kennis is; dewijl gij de kennis verworpen hebt, heb Ik u ook verworpen, dat gij Mij het priesterambt niet zult bedienen; dewijl gij de wet uws Gods vergeten hebt, zal Ik ook uw kinderen vergeten. |
Hosea 4:8 | Zij eten de zonde Mijns volks, en verlangen, een ieder met zijn ziel, naar hun ongerechtigheid. |
Hosea 4:9 | Daarom, gelijk het volk, alzo zal de priester zijn; en Ik zal zijn wegen over hem bezoeken, en zijn handelingen hem vergelden. |
Hosea 4:12 | Mijn volk vraagt zijn hout, en zijn stok zal het hem bekend maken; want de geest der hoererijen verleidt hen, dat zij van onder hun God weghoereren. |
Hosea 4:14 | Ik zal over uw dochteren geen bezoeking doen, omdat zij hoereren, en over uw bruiden, omdat zij overspel doen; want zij zelven scheiden zich af met de hoeren, en offeren met de snoodste hoeren; het volk dan, [dat] geen verstand heeft zal omgekeerd worden. |
Hosea 6:11 | Ook heeft hij u, o Juda! een oogst gezet, als Ik de gevangenen Mijns volks wederbracht. |
Hosea 7:8 | Efraim, die verwart zich met de volken; Efraim is een koek, die niet is omgekeerd; |
Hosea 9:1 | Verblijd u niet, o Israël! tot opspringens toe, gelijk de volken; want gij hoereert van uw God af; gij hebt hoerenloon lief, op alle dorsvloeren des korens. |
Hosea 10:5 | De inwoners van Samaria zullen verschrikt zijn over het kalf van Beth-aven; want zijn volk zal over hetzelve treuren, mitsgaders zijn Chemarim (die zich over hetzelve verheugden), over zijn heerlijkheid, omdat zij van hetzelve is weggevaren. |
Hosea 10:10 | Het is in Mijn lust, dat Ik ze zal binden; en volken zullen tegen henlieden verzameld worden, als Ik ze binden zal in hun twee voren. |
Hosea 10:14 | Daarom zal er een groot gedruis ontstaan onder uw volken, en al uw vestingen zullen verstoord worden, gelijk Salman Beth-arbel verstoorde ten dage des krijgs; de moeder werd er verpletterd met de zonen. |
Hosea 11:7 | Want Mijn volk blijft hangen aan de afkering van Mij; zij roepen het wel tot den Allerhoogste, [maar] niet een verhoogt [Hem]. |
Joel 2:2 | Een dag van duisternis en donkerheid, een dag van wolken en dikke duisterheid, als de dageraad uitgespreid over de bergen; een groot en machtig volk, desgelijks van ouds niet geweest is, en na hetzelve niet meer zal zijn tot in jaren van vele geslachten. |
Joel 2:5 | Zij zullen daarhenen springen als een gedruis van wagenen, op de hoogten der bergen; als het gedruis ener vuurvlam, die stoppelen verteert; als een machtig volk, dat in slagorde gesteld is. |
Joel 2:6 | Van deszelfs aangezicht zullen de volken in pijn zijn; alle aangezichten zullen betrekken als een pot. |
Joel 2:16 | Verzamelt het volk, heiligt de gemeente, vergadert de oudsten, verzamelt de kinderkens, en die de borsten zuigen; de bruidegom ga uit zijn binnenkamer, en de bruid uit haar slaapkamer. |
Joel 2:17 | Laat de priesters, des HEEREN dienaars, wenen tussen het voorhuis en het altaar, en laat hen zeggen: Spaar Uw volk, o HEERE! en geef Uw erfenis niet over tot een smaadheid, dat de heidenen over hen zouden heersen; waarom zouden zij onder de volken zeggen: Waar is hunlieder God? |
Joel 2:18 | Zo zal de HEERE ijveren over Zijn land, en Hij zal Zijn volk verschonen. |
Joel 2:19 | En de HEERE zal antwoorden en tot Zijn volk zeggen: Ziet, Ik zend ulieden het koren, en den most, en de olie, dat gij daarvan verzadigd zult worden; en Ik zal u niet meer overgeven [tot] een smaadheid onder de heidenen. |
Joel 2:26 | En gij zult overvloediglijk en tot verzadiging eten, en prijzen den Naam des HEEREN, uw Gods, Die wonderlijk bij u gehandeld heeft; en Mijn volk zal niet beschaamd worden tot in eeuwigheid. |