Spreuken 30:31 | Een windhond van goede lenden, of een bok; en een koning, die niet tegen te staan is. |
Spreuken 31:23 | [Nun.] Haar man is bekend in de poorten, als hij zit met de oudsten des lands. |
Prediker 1:11 | Er is geen gedachtenis van de voorgaande dingen; en van de navolgende dingen, die zijn zullen, van dezelve zal ook geen gedachtenis zijn bij degenen, die namaals wezen zullen. |
Prediker 1:16 | Ik sprak met mijn hart, zeggende: Zie, ik heb wijsheid vergroot en vermeerderd, boven allen, die voor mij te Jeruzalem geweest zijn; en mijn hart heeft veel wijsheid en wetenschap gezien. |
Prediker 2:16 | Want er zal in eeuwigheid niet meer gedachtenis van een wijze, dan van een dwaas zijn; aangezien hetgeen nu is, in de toekomende dagen altemaal vergeten wordt; en hoe sterft de wijze met den zot? |
Prediker 4:15 | Ik zag al de levenden wandelen onder de zon, met de jongeling, den tweede, die in diens plaats staan zal. |
Prediker 6:10 | Wat ook iemand zij, alrede is zijn naam genoemd, en het is bekend, dat hij een mens is; en dat hij niet kan rechten met dien, die sterker is dan hij. |
Prediker 7:11 | De wijsheid is goed met een erfdeel; en degenen, die de zon aanschouwen, hebben voordeel [daarvan]. |
Prediker 9:9 | Geniet het leven met de vrouw, die gij liefhebt, al de dagen uws ijdelen levens, welke [God] u gegeven heeft onder de zon, al uw ijdele dagen; want dit is uw deel in dit leven, en van uw arbeid, dien gij arbeidt onder de zon. |
Hooglied 1:11 | Wij zullen u gouden spangen maken, met zilveren stipjes. |
Hooglied 4:13 | Uw scheuten zijn een paradijs van granaatappelen, met edele vruchten, cyprus met nardus; |
Hooglied 4:14 | Nardus en saffraan, kalmus en kaneel, met allerlei bomen van wierook, mirre en aloe, mitsgaders alle voornaamste specerijen. |
Hooglied 5:1 | Ik ben in Mijn hof gekomen, o Mijn zuster, o bruid! Ik heb Mijn mirre geplukt met Mijn specerij; Ik heb Mijn honigraten met Mijn honig gegeten; Ik heb Mijn wijn, mitsgaders Mijn melk gedronken. Eet, vrienden! drinkt, en wordt dronken, o liefsten! |
Hooglied 6:1 | Waar is uw Liefste heengegaan, o gij schoonste onder de vrouwen? Waarheen heeft uw Liefste het aangezicht gewend, opdat wij Hem met u zoeken? |
Jesaja 3:14 | De HEERE komt ten gerichte tegen de oudsten Zijns volks en deszelfs vorsten, want gijlieden hebt dezen wijngaard verteerd; de roof des ellendigen is in uwe huizen. |
Jesaja 7:11 | Eis u een teken van den HEERE, uw God; eis beneden in de diepte, of eis boven uit de hoogte. |
Jesaja 8:10 | Beraadslaagt een raad, doch hij zal vernietigd worden; spreekt een woord, doch het zal niet bestaan; want God is met ons! |
Jesaja 8:18 | Ziet, ik en de kinderen, die mij de HEERE gegeven heeft, zijn tot tekenen en tot wonderen in Israel, van den HEERE der heirscharen, Die op den berg Sion woont. |
Jesaja 11:6 | En de wolf zal met het lam verkeren, en de luipaard bij den geitenbok nederliggen; en het kalf, en de jonge leeuw, en het mestvee te zamen, en een klein jongske zal ze drijven. |
Jesaja 25:11 | En Hij zal Zijn handen uitbreiden in het midden van hen, gelijk als een zwemmer [die] uitbreidt om te zwemmen, en Hij zal hun hoogmoed vernederen met de lagen hunner handen. |