H6965 קוּם
opstaan, staar

Bijbelteksten

Spreuken 15:22De gedachten worden vernietigd, als er geen raad is; maar door veelheid der raadslieden zal elkeen bestaan.
Spreuken 19:21In het hart des mans zijn veel gedachten; maar de raad des HEEREN, die zal bestaan.
Spreuken 24:16Want de rechtvaardige zal zevenmaal vallen, en opstaan; maar de goddelozen zullen in het kwaad nederstruikelen.
Spreuken 24:22Want hun verderf zal haastelijk ontstaan; en wie weet hun beider ondergang?
Spreuken 28:12Als de rechtvaardigen opspringen van vreugde, is er grote heerlijkheid; maar als de goddelozen opkomen, wordt de mens nauw gezocht.
Spreuken 28:28Als de goddelozen opkomen, verbergt zich de mens; maar als zij omkomen, vermenigvuldigen de rechtvaardigen.
Spreuken 30:4Wie is ten hemel opgeklommen, en nedergedaald? Wie heeft den wind in Zijn vuisten verzameld? Wie heeft de wateren in een kleed gebonden? Wie heeft al de einden der aarde gesteld? Hoe is Zijn Naam, en hoe is de Naam Zijns Zoons, zo gij het weet?
Spreuken 31:15[Vau.] En zij staat op, als het nog nacht is, en geeft haar huis spijze, en haar dienstmaagden het bescheiden deel.
Spreuken 31:28[Koph.] Haar kinderen staan op, en roemen haar welgelukzalig; [ook] haar man, en hij prijst haar, [zeggende:]
Prediker 4:10Want indien zij vallen, de een richt zijn metgezel op; maar wee den ene, die gevallen is, want er is geen tweede om hem op te helpen.
Prediker 12:4En de twee deuren naar de straat zullen gesloten worden, als er is een nederig geluid der maling, en hij opstaat op de stem van het vogeltje, en al de zangeressen nedergebogen zullen worden.
Hooglied 2:10Mijn Liefste antwoordt, en zegt tot mij: Sta op, Mijn vriendin, Mijn schone, en kom!
Hooglied 2:13De vijgeboom brengt zijn jonge vijgjes voort, en de wijnstokken geven reuk [met hun] jonge druifjes. Sta op, Mijn vriendin! Mijn schone, en kom!
Hooglied 3:2Ik zal nu opstaan, en in de stad omgaan, in de wijken en in de straten; ik zal Hem zoeken, Dien mijn ziel liefheeft; ik zocht Hem, maar ik vond Hem niet.
Hooglied 5:5Ik stond op, om mijn Liefste open te doen; en mijn handen drupten [van] mirre, en mijn vingers [van] vloeiende mirre, op de handvaten des slots.
Jesaja 2:19Dan zullen zij in de spelonken der rotsstenen gaan, en in de holen der aarde, vanwege den schrik des HEEREN, en vanwege de heerlijkheid Zijner majesteit, wanneer Hij Zich opmaken zal, om de aarde te verschrikken.
Jesaja 2:21Gaande in de reten der rotsen en in de kloven der steenrotsen, vanwege den schrik des HEEREN, en vanwege de heerlijkheid Zijner majesteit, wanneer Hij Zich opmaken zal, om de aarde geweldiglijk te verschrikken.
Jesaja 7:7Alzo zegt de Heere HEERE: Het zal niet bestaan, en het zal niet geschieden.
Jesaja 8:10Beraadslaagt een raad, doch hij zal vernietigd worden; spreekt een woord, doch het zal niet bestaan; want God is met ons!
Jesaja 14:9De hel van onderen was beroerd om uwentwil, om [u] tegemoet te gaan, als gij kwaamt; zij wekt om uwentwil de doden op, al de bokken der aarde; zij doet al de koningen der heidenen van hun tronen opstaan.

Mede mogelijk dankzij

StudieboekenStudieboeken