H7200 רָאָה
zien, verschijnen

Bijbelteksten

Klaagliederen 1:20[Resch.] Aanzie, HEERE, want mij is bange; mijn ingewand is beroerd, mijn hart heeft zich omgekeerd in het binnenste van mij, want ik ben zeer wederspannig geweest; van buiten heeft [mij] het zwaard van kinderen beroofd, van binnen is als de dood.
Klaagliederen 2:16[Pe.] Al uw vijanden sperren hun mond op over u, zij fluiten en knersen met de tanden, zij zeggen: Wij hebben haar verslonden; dit is immers de dag, dien wij verwacht hebben, wij hebben [hem] gevonden, wij hebben [hem] gezien.
Klaagliederen 2:20[Resch.] Zie, HEERE, aanschouw toch, aan wien Gij alzo gedaan hebt; zullen dan de vrouwen haar vrucht eten, de kinderkens, die men op de handen draagt? Zullen dan de profeet en de priester in het heiligdom des Heeren gedood worden?
Klaagliederen 3:1[Aleph.] Ik ben de man, [die] ellende gezien heeft door de roede Zijner verbolgenheid.
Klaagliederen 3:36[Lamed.] Dat men een mens verongelijkt in zijn twistzaak; zou het de Heere niet zien?
Klaagliederen 3:50[Ain.] Totdat [het] de HEERE van den hemel aanschouwe, en [het] zie.
Klaagliederen 3:59[Resch.] Heere! Gij hebt gezien de verkeerdheid, die men mij aangedaan heeft, oordeel mijn rechtzaak.
Klaagliederen 3:60[Resch.] Gij hebt al hun wraak gezien, al hun gedachten tegen mij.
Klaagliederen 5:1Gedenk, HEERE, wat ons geschied is, aanschouw het, en zie onzen smaad aan.
Ezechiel 1:1In het dertigste jaar, in de vierde [maand], op den vijfden derzelve maand, als ik in het midden der weggevoerden was bij de rivier Chebar, zo geschiedde het, [dat] de hemelen werden geopend, en ik gezichten Gods zag.
Ezechiel 1:4Toen zag ik, en ziet, een stormwind kwam van het noorden af, een grote wolk, en een vuur [daarin] vervangen, en een glans was rondom die [wolk]; en uit het midden daarvan was als de verf van Hasmal, uit het midden des vuurs.
Ezechiel 1:15Als ik die dieren zag, ziet, zo was er een rad op de aarde bij die dieren, naar vier aangezichten van hetzelve.
Ezechiel 1:27En ik zag als de verf van Hasmal, als de gedaante van vuur rondom daarbinnen, van de gedaante Zijner lenden en opwaarts; en van de gedaante Zijner lenden en nederwaarts, zag ik als de gedaante van vuur, en glans aan Hem rondom.
Ezechiel 1:28Gelijk de gedaante van den boog, die in de wolk is ten dage des plasregens, alzo was de gedaante van den glans rondom; dit was de gedaante van de gelijkenis der heerlijkheid des HEEREN; en als ik het zag, viel ik op mijn aangezicht, en ik hoorde een stem van Een, Die sprak.
Ezechiel 2:9Toen zag ik, en ziet, er was een hand tot mij uitgestoken; en ziet, daarin was de rol eens boeks.
Ezechiel 3:23En ik maakte mij op, en ging uit in de vallei, en ziet, de heerlijkheid des HEEREN stond aldaar, gelijk de heerlijkheid, die ik gezien had bij de rivier Chebar; en ik viel op mijn aangezicht.
Ezechiel 4:15En Hij zeide tot mij: Zie, Ik heb u rundermest gegeven voor mensendrek, zo zult gij uw brood daarmede bereiden.
Ezechiel 8:2Toen zag ik, en ziet, een gelijkenis, als de gedaante van vuur; van de gedaante Zijner lenden en nederwaarts was vuur; en van Zijn lenden en opwaarts, als de gedaante ener klaarheid, als de verf van Hasmal.
Ezechiel 8:4En ziet, de heerlijkheid des Gods van Israel was aldaar, naar de gedaante, die ik in de vallei gezien had.
Ezechiel 8:6En Hij zeide tot mij: Mensenkind, ziet gij wel, wat zij doen, de grote gruwelen, die het huis Israels hier doet, opdat Ik van Mijn heiligdom verre wegga? Doch gij zult nog wederom grote gruwelen zien.

Mede mogelijk dankzij

Doneer Aantekeningen bij de Bijbel