H7999 שָׁלַם
vrede, welstand

Bijbelteksten

2 Kronieken 5:1Alzo werd al het werk volbracht, dat Salomo aan het huis des HEEREN maakte. Daarna bracht Salomo de geheiligde dingen van zijn vader David; en het zilver, en het goud, en al de vaten legde hij onder de schatten van het huis Gods.
Nehemia 6:15De muur nu werd volbracht, op den vijf en twintigsten van Elul, in twee en vijftig dagen.
Job 5:23Want met de stenen des velds zal uw verbond zijn, en het gedierte des velds zal met u bevredigd zijn.
Job 8:6Zo gij zuiver en recht zijt, gewisselijk zal Hij nu opwaken, om uwentwil, en Hij zal de woning uwer gerechtigheid volmaken.
Job 9:4Hij is wijs van hart, en sterk van kracht; wie heeft zich tegen Hem verhard, en vrede gehad?
Job 21:19Dat God Zijn geweld weglegt, voor Zijn kinderen, hem vergeldt, dat hij het gewaar wordt;
Job 21:31Wie zal hem in het aangezicht zijn weg vertonen? Als hij [wat] doet, wie zal hem vergelden?
Job 22:21Gewen u toch aan Hem, en heb vrede; daardoor zal u het goede overkomen.
Job 22:27Gij zult tot Hem ernstiglijk bidden, en Hij zal u verhoren; en gij zult uw geloften betalen.
Job 23:14Want Hij zal volbrengen, dat over mij bescheiden is; en diergelijke dingen zijn er vele bij Hem.
Job 34:11Want [naar] het werk des mensen vergeldt Hij hem, en naar eens ieders weg doet Hij het hem vinden.
Job 34:33Zal het van u zijn, hoe Hij iets vergelden zal, dewijl gij [Hem] versmaadt? Zoudt gij dan verkiezen, en niet ik? Wat weet gij dan? Spreek.
Job 41:2Wie heeft Mij voorgekomen, dat Ik [hem] zou vergelden? Wat onder den gansen hemel is, is het Mijne.
Psalm 7:5Indien ik kwaad vergolden heb dien, die vrede met mij had; (ja, ik heb dien gered, die mij zonder oorzaak benauwde!)
Psalm 22:26Van U zal mijn lof zijn in een grote gemeente; ik zal mijn geloften betalen in tegenwoordigheid dergenen, die Hem vrezen.
Psalm 31:24Hebt den HEERE lief, gij, al Zijn gunstgenoten! [want] de HEERE behoedt de gelovigen, en vergeldt overvloediglijk dengene, die hoogmoed bedrijft.
Psalm 35:12Zij vergelden mij kwaad voor goed, de beroving mijner ziel.
Psalm 37:21[Lamed.] De goddeloze ontleent en geeft niet weder; maar de rechtvaardige ontfermt zich, en geeft.
Psalm 38:21En die kwaad voor goed vergelden, staan mij tegen, omdat ik het goede najaag.
Psalm 41:11Maar Gij, o HEERE! wees mij genadig, en richt mij op; en ik zal het hun vergelden.

Mede mogelijk dankzij