Jesaja 5:6 | En Ik zal hem [tot] woestheid maken; hij zal niet besnoeid, noch omgehakt worden, maar distelen en doornen zullen [daarin] opgaan; en Ik zal den wolken gebieden, dat zij geen regen daarop regenen. |
Jesaja 7:23 | Ook zal het te dienzelfden dage geschieden, dat iedere plaats, alwaar duizend wijnstokken geweest zijn, van duizend zilverlingen, tot doornen en distelen zal zijn; |
Jesaja 7:24 | Dat men met pijlen en met den boog aldaar zal moeten gaan; want het ganse land zal doornen en distelen zijn. |
Jesaja 7:25 | Ook al de bergen, die men met houwelen pleegt om te hakken, daar zal men niet komen [uit] vrees der doornen en der distelen; maar die zullen wezen tot inzending van den os, en tot vertreding van het kleinvee. |
Jesaja 9:17 | Want de goddeloosheid brandt als vuur, doornen en distelen zal zij verteren, en zal aansteken de verwarde struiken des wouds, die zich verheven hebben [als] de verheffing des rooks. |
Jesaja 10:17 | Want het Licht van Israel zal tot een vuur zijn, en zijn Heilige tot een vlam, welke in brand steken en verteren zal zijn doornen en zijn distelen, op een dag. |
Jesaja 27:4 | Grimmigheid is bij Mij niet; wie zou Mij [als] een doorn [en] distel in oorlog stellen, dat Ik tegen hem zou aanvallen, [en] hem te gelijk verbranden zou? |
Jesaja 32:13 | Op het land mijns volks zal de doorn [en] de distel opgaan; ja, op alle vreugdehuizen, [in] de vrolijk huppelende stad. |
Jeremia 17:1 | De zonde van Juda is geschreven met een ijzeren griffie, met de punt eens diamants; gegraven in de tafel van hunlieder hart, en aan de hoornen uwer altaren; |
Ezechiel 3:9 | Uw voorhoofd heb Ik gemaakt als een diamant, harder dan een rots; vrees hen niet, en ontzet u niet voor hun aangezichten, omdat zij een wederspannig huis zijn. |
Zacharia 7:12 | En zij maakten hun hart [als] een diamant, opdat zij niet hoorden de wet en de woorden, die de HEERE der heirscharen zond in Zijn Geest, door den dienst der vorige profeten, waaruit ontstaan is een grote toorn van den HEERE der heirscharen. |