Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
allotriepiskopos̱, zn m van ἀλλότριος G00245 en ἐπίσκοπος G01985; TDNT - 2:620,244;
1) iemand die toezicht houdt op de zaken die van anderen zijn en helemaal niet van hemzelf zijn, een bemoeial
Voor meer informatie: G. Abbott-Smith's A Manual Greek Lexicon of the New Testament (New York: Scribner's, 1922)
* ἀλλοτρι-επίσκοπος (Rec. ἀλλοτριοεπ-), -ου, ὁ one who meddles in things alien to his calling: I Pe 4:15 (v. ICC, in l.; Deiss., BS, 224-4; MM, VGT, s.v.).†Voor meer informatie: Henry George Liddell, Robert Scott, A Greek-English Lexicon (1940)
Related to: ἀλλοτριο-επίσκοπος, ὁ,Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!