Numeri 7:34 | Een geitenbok, ten zondoffer; |
Numeri 7:35 | En ten dankoffer: twee runderen, vijf rammen, vijf bokken, vijf eenjarige lammeren. Dit was de offerande van Elizur, den zoon van Sedeur. |
Numeri 7:40 | Een geitenbok, ten zondoffer; |
Numeri 7:41 | En ten dankoffer: twee runderen, vijf rammen, vijf bokken, vijf eenjarige lammeren. Dit was de offerande van Selumiel, den zoon van Zurisaddai. |
Numeri 7:46 | Een geitenbok, ten zondoffer; |
Numeri 7:47 | En ten dankoffer: twee runderen, vijf rammen, vijf bokken, vijf eenjarige lammeren. Dit was de offerande van Eljasaf, den zoon van Dehuel. |
Numeri 7:52 | Een geitenbok, ten zondoffer; |
Numeri 7:53 | En ten dankoffer: twee runderen, vijf rammen, vijf bokken, vijf eenjarige lammeren. Dit was de offerande van Elisama, den zoon van Ammihud. |
Numeri 7:58 | Een geitenbok, ten zondoffer; |
Numeri 7:59 | En ten dankoffer: twee runderen, vijf rammen, vijf bokken, vijf eenjarige lammeren. Dit was de offerande van Gamaliel, den zoon van Pedazur. |
Numeri 7:64 | Een geitenbok, ten zondoffer; |
Numeri 7:65 | En ten dankoffer: twee runderen, vijf rammen, vijf bokken, vijf eenjarige lammeren. Dit was de offerande van Abidan, den zoon van Gideoni. |
Numeri 7:70 | Een geitenbok, ten zondoffer; |
Numeri 7:71 | En ten dankoffer: twee runderen, vijf rammen, vijf bokken, vijf eenjarige lammeren. Dit was de offerande van Ahiezer, den zoon van Ammisaddai. |
Numeri 7:76 | Een geitenbok, ten zondoffer; |
Numeri 7:77 | En ten dankoffer: twee runderen, vijf rammen, vijf bokken, vijf eenjarige lammeren. Dit was de offerande van Pagiel, den zoon van Ochran. |
Numeri 7:82 | Een geitenbok, ten zondoffer; |
Numeri 7:83 | En ten dankoffer: twee runderen, vijf rammen, vijf bokken, vijf eenjarige lammeren. Dit was de offerande van Ahira, den zoon van Enan. |
Numeri 7:87 | Al de runderen ten brandoffer waren twaalf varren, twaalf rammen, twaalf eenjarige lammeren, met hun spijsoffer; en twaalf geitenbokken ten zondoffer. |
Numeri 7:88 | En al de runderen ten dankoffer waren vier en twintig varren, de rammen zestig, de bokken zestig, de eenjarige lammeren zestig. Dit is de inwijding des altaars, nadat hetzelve gezalfd was. |