Jesaja 1:8 | En de dochter van Sion is overgebleven als een hutje in den wijngaard, als een nachthutje in den komkommerhof, als een belegerde stad. |
Jesaja 3:14 | De HEERE komt ten gerichte tegen de oudsten Zijns volks en deszelfs vorsten, want gijlieden hebt dezen wijngaard verteerd; de roof des ellendigen is in uwe huizen. |
Jesaja 5:1 | Nu zal ik mijn Beminde een lied mijns Liefsten zingen van Zijn wijngaard; Mijn Beminde heeft een wijngaard op een vetten heuvel. |
Jesaja 5:2 | En Hij heeft dien omtuind, en van stenen gezuiverd, en Hij heeft hem beplant [met] edele wijnstokken; en Hij heeft in deszelfs midden een toren gebouwd, en ook een wijnbak daarin uitgehouwen; en Hij heeft verwacht, dat hij [goede] druiven zou voortbrengen, maar hij heeft stinkende druiven voortgebracht. |
Jesaja 5:3 | Nu dan, gij inwoners van Jeruzalem, en gij mannen van Juda, oordeelt toch tussen Mij en tussen Mijn wijngaard. |
Jesaja 5:4 | Wat is er meer te doen aan Mijn wijngaard, hetwelk Ik aan hem niet gedaan heb? Waarom heb Ik verwacht, dat hij [goede] druiven voortbrengen zou, en hij heeft stinkende druiven voortgebracht? |
Jesaja 5:5 | Nu dan, Ik zal ulieden nu bekend maken, wat Ik Mijn wijngaard doen zal; Ik zal zijn tuin wegnemen, opdat hij zij tot afweiding; zijn muur zal Ik verscheuren, opdat hij zij tot vertreding. |
Jesaja 5:7 | Want de wijngaard van den HEERE der heirscharen is het huis van Israel, en de mannen van Juda zijn een plant Zijner verlustigingen; en Hij heeft gewacht naar recht, maar ziet, het is schurftheid, naar gerechtigheid, maar ziet, het is geschreeuw. |
Jesaja 5:10 | Ja, tien bunderen wijngaards zullen een enig bath geven, en een homer zaads zal een efa geven. |
Jesaja 7:23 | Ook zal het te dienzelfden dage geschieden, dat iedere plaats, alwaar duizend wijnstokken geweest zijn, van duizend zilverlingen, tot doornen en distelen zal zijn; |
Jesaja 27:2 | Te dien dage zal er een wijngaard van roden wijn zijn; zingt van denzelven bij beurte. |
Jesaja 36:17 | Totdat ik kom en u haal in een land, als ulieder land is, een land van koren en van most, een land van brood en van wijngaarden. |
Jesaja 61:5 | En uitlanders zullen staan, en uw kudden weiden; en vreemden zullen uw akkerlieden en uw wijngaardeniers zijn. |
Jesaja 65:21 | En zij zullen huizen bouwen en bewonen, en zij zullen wijngaarden planten, en derzelver vrucht eten. |
Jeremia 12:10 | Veel herders hebben Mijn wijngaard verdorven, zij hebben Mijn akker vertreden; zij hebben Mijn gewensten akker gesteld tot een woeste wildernis. |
Jeremia 31:5 | Gij zult weder wijngaarden planten op de bergen van Samaria; de planters zullen planten, en de vrucht genieten. |
Jeremia 32:15 | Want zo zegt de HEERE der heirscharen, de God Israels: Er zullen nog huizen, en velden, en wijngaarden in dit land gekocht worden. |
Jeremia 35:7 | Ook zult gijlieden geen huis bouwen, noch zaad zaaien, noch wijngaard planten, noch hebben; maar gij zult in tenten wonen al uw dagen; opdat gij veel dagen leeft in het land, alwaar gij als vreemdeling verkeert. |
Jeremia 35:9 | En dat wij geen huizen bouwen tot onze woning; ook hebben wij geen wijngaard, noch veld, noch zaad; |
Jeremia 39:10 | Maar van het volk, die arm waren, die niet met al hadden, liet Nebuzaradan, de overste der trawanten, [enigen] overig in het land van Juda; en hij gaf hun te dien dage wijngaarden en akkers. |