Psalm 47:5 | Hij verkiest voor ons onze erfenis, de heerlijkheid van Jakob, dien Hij heeft liefgehad. Sela. |
Psalm 61:6 | Want Gij, o God! hebt gehoord naar mijn geloften; Gij hebt [mij] gegeven de erfenis dergenen, die Uw Naam vrezen. |
Psalm 68:10 | Gij hebt zeer milden regen doen druipen, o God! en Gij hebt Uw erfenis gesterkt, als zij mat was geworden. |
Psalm 74:2 | Gedenk aan Uw vergadering, [die] Gij van ouds verworven hebt; de roede Uwer erfenis, [die] Gij verlost hebt; den berg Sion, waarop Gij gewoond hebt. |
Psalm 78:55 | En Hij verdreef voor hun aangezicht de heidenen, en deed hen vallen in het snoer [hunner] erfenis, en deed de stammen Israels in hun tenten wonen. |
Psalm 78:62 | En Hij leverde Zijn volk over ten zwaarde, en werd verbolgen tegen Zijn erfenis. |
Psalm 78:71 | Van achter de zogende [schapen] deed Hij hem komen, om te weiden Jakob, Zijn volk, en Israel, Zijn erfenis. |
Psalm 79:1 | Een psalm van Asaf. O God! Heidenen zijn gekomen in Uw erfenis; zij hebben den tempel Uwer heiligheid verontreinigd; zij hebben Jeruzalem tot steenhopen gesteld. |
Psalm 105:44 | En Hij gaf hun de landen der heidenen, zodat zij in erfenis bezaten den arbeid der volken; |
Spreuken 17:2 | Een verstandig knecht zal heersen over een zoon, die beschaamd maakt, en in het midden der broederen zal hij erfenis delen. |
Spreuken 20:21 | Als een erfenis in het eerste verhaast wordt, zo zal haar laatste niet gezegend worden. |
Jesaja 49:8 | Alzo zegt de HEERE: In dien tijd des welbehagens heb Ik U verhoord, en ten dage des heils heb Ik U geholpen; en Ik zal U bewaren, en Ik zal U geven tot een verbond des volks, om het aardrijk op te richten, om de verwoeste erfenissen te doen beerven; |
Jeremia 2:7 | En Ik bracht u in een vruchtbaar land, om de vrucht van hetzelve en het goede er van te eten; maar toen gij daarin kwaamt, verontreinigdet gij Mijn land, en steldet Mijn erfenis tot een gruwel. |
Jeremia 3:19 | Ik zeide wel: Hoe zal Ik u onder de kinderen zetten, en u geven het gewenste land, de sierlijke erfenis van de heirscharen der heidenen? Maar Ik zeide: Gij zult tot Mij roepen: Mijn Vader! en gij zult van achter Mij niet afkeren. |
Jeremia 10:16 | Jakobs deel is niet gelijk die, want Hij is de Formeerder van alles, en Israel is de roede Zijner erfenis; HEERE der heirscharen is Zijn Naam. |
Jeremia 12:7 | Ik heb Mijn huis verlaten, Ik heb Mijn erfenis laten varen; Ik heb de beminde Mijner ziel in de hand harer vijanden gegeven. |
Jeremia 12:8 | Mijn erfenis is Mij geworden als een leeuw in het woud; zij heeft haar stem tegen Mij verheven, daarom heb Ik haar gehaat. |
Jeremia 12:9 | Mijn erfenis is Mij een gesprenkelde vogel; de vogelen zijn rondom tegen haar; komt aan, verzamelt, al gij gedierte des velds, komt om te eten! |
Jeremia 12:14 | Alzo zegt de HEERE: Aangaande al Mijn boze naburen, die Mijn erfenis aanroeren, dewelke Ik Mijn volke Israel erfelijk gegeven heb; ziet, Ik zal hen uit hun land uitrukken, maar het huis van Juda zal Ik uit hunlieder midden uitrukken. |
Jeremia 12:15 | En het zal geschieden, nadat Ik hen zal uitgerukt hebben, zo zal Ik wederkeren, en Mij hunner ontfermen; en Ik zal hen wederbrengen, een iegelijk tot zijn erfenis, en een iegelijk tot zijn land. |