Handelingen 8:26 | En een engel des Heeren sprak tot Filippus, zeggende: Sta op, en ga heen tegen het zuiden, op den weg, die van Jeruzalem afdaalt naar Gaza, welke woest is. |
Handelingen 13:1 | En er waren te Antiochie, in de Gemeente, die daar was, enige profeten en leraars, namelijk Barnabas, en Simeon, genaamd Niger, en Lucius van Cyrene, en Manahen, die met Herodes den viervorst opgevoed was, en Saulus. |
Handelingen 13:2 | En als zij den Heere dienden, en vastten, zeide de Heilige Geest: Zondert Mij af beiden Barnabas en Saulus tot het werk, waartoe Ik hen geroepen heb. |
Handelingen 21:8 | En des anderen [daags], Paulus en wij, die met hem waren, gingen van daar en kwamen te Cesarea; en gegaan zijnde in het huis van Filippus, den evangelist (die [een] was van de zeven), bleven wij bij hem. |
Romeinen 12:7 | [Zo laat ons die gaven besteden], hetzij profetie, naar de mate des geloofs; hetzij bediening, in het bedienen; hetzij die leert, in het leren; |
Romeinen 12:8 | Hetzij die vermaant, in het vermanen; die uitdeelt, in eenvoudigheid; die een voorstander is, in naarstigheid; die barmhartigheid doet, in blijmoedigheid. |
Romeinen 16:25 | Hem nu, Die machtig is u te bevestigen, naar mijn Evangelie en de prediking van Jezus Christus, naar de openbaring der verborgenheid, die [van] de tijden der eeuwen verzwegen is geweest; |
1 Corinthiers 12:9 | En een ander het geloof, door denzelfden Geest; en een ander de gaven der gezondmakingen, door denzelfden Geest. |
1 Corinthiers 12:10 | En een ander de werkingen der krachten; en een ander profetie; en een ander onderscheidingen der geesten; en een ander menigerlei talen; en een ander uitlegging der talen. |
1 Corinthiers 12:28 | En God heeft er sommigen in de Gemeente gesteld, ten eerste apostelen, ten tweede profeten, ten derde leraars, daarna krachten, daarna gaven der gezondmakingen, behulpsels, regeringen, menigerlei talen. |
1 Corinthiers 14:3 | Maar die profeteert, spreekt den mensen stichting, en vermaning en vertroosting. |
1 Corinthiers 14:4 | Die een [vreemde] taal spreekt, die sticht zichzelven; maar die profeteert die sticht de Gemeente. |
1 Corinthiers 14:18 | Ik dank mijn God, dat ik meer [vreemde] talen spreek, dan gij allen; |
1 Corinthiers 14:19 | Maar ik wil [liever] in de Gemeente vijf woorden spreken met mijn verstand, opdat ik ook anderen moge onderwijzen, dan tien duizend woorden in een [vreemde] taal. |
1 Corinthiers 14:21 | In de wet is geschreven: Ik zal door lieden van andere talen, en door andere lippen tot dit volk spreken, en ook alzo zullen zij Mij niet horen, zegt de Heere. |
1 Corinthiers 14:22 | Zo dan, de [vreemde] talen zijn tot een teken niet dengenen, die geloven, maar den ongelovigen; en de profetie niet den ongelovigen, maar dengenen, die geloven. |
Efeziers 4:11 | En Dezelfde heeft gegeven sommigen tot apostelen, en sommigen tot profeten, en sommigen tot evangelisten, en sommigen tot herders en leraars; |
Colossenzen 1:25 | Welker dienaar ik geworden ben, naar de bedeling van God, die mij gegeven is aan u, om te vervullen het Woord Gods; |
2 Timotheus 4:5 | Maar gij, wees wakker in alles, lijd verdrukkingen; doe het werk van een evangelist, maak, dat men van uw dienst ten volle verzekerd zij. |
Hebreeen 10:25 | En laat ons onze onderlinge bijeenkomst niet nalaten, gelijk sommigen de gewoonte hebben, maar [elkander] vermanen; en [dat] zoveel te meer, als gij ziet dat de dag nadert. |