G80 ἀδελφός
broeder in Christus, broer, medegelovige, landgenoot, medemens, partner

Bijbelteksten

Romeinen 8:12Zo dan, broeders, wij zijn schuldenaars niet aan het vlees, om naar het vlees te leven.
Romeinen 8:29Want die Hij te voren gekend heeft, die heeft Hij ook te voren verordineerd, den beelde Zijns Zoons gelijkvormig te zijn, opdat Hij de Eerstgeborene zij onder vele broederen.
Romeinen 9:3Want ik zou zelf [wel] wensen verbannen te zijn van Christus, voor mijn broederen, die mijn maagschap zijn naar het vlees;
Romeinen 10:1Broeders, de toegenegenheid mijns harten, en het gebed, dat [ik] tot God voor Israël [doe], is tot [hun] zaligheid.
Romeinen 11:25Want ik wil niet, broeders, dat u deze verborgenheid onbekend zij (opdat gij niet wijs zijt, bij uzelven), dat de verharding voor een deel over Israel gekomen is, totdat de volheid der heidenen zal ingegaan zijn.
Romeinen 12:1Ik bid u dan, broeders, door de ontfermingen Gods, dat gij uw lichamen stelt tot een levende, heilige [en] Gode welbehagelijke offerande, [welke is] uw redelijke godsdienst.
Romeinen 14:10Maar gij, wat oordeelt gij uw broeder? Of ook gij, wat veracht gij uw broeder? Want wij zullen allen voor den rechterstoel van Christus gesteld worden.
Romeinen 14:13Laat ons dan elkander niet meer oordelen; maar oordeelt dit liever, namelijk, dat gij den broeder geen aanstoot of ergernis geeft.
Romeinen 14:15Maar indien uw broeder om der spijze wil bedroefd wordt, zo wandelt gij niet meer naar liefde. Verderf dien niet met uw spijze, voor welken Christus gestorven is.
Romeinen 14:21Het is goed geen vlees te eten, noch wijn te drinken, noch [iets], waaraan uw broeder zich stoot, of geergerd wordt, of [waarin] hij zwak is.
Romeinen 15:14Doch, mijn broeders, ook ik zelf ben verzekerd van u, dat gij ook zelven vol zijt van goedheid, vervuld met alle kennis, machtig om ook elkander te vermanen.
Romeinen 15:15Maar ik heb u eensdeels te stoutelijker geschreven, broeders, u als wederom [dit] indachtig makende, om de genade, die mij van God gegeven is;
Romeinen 15:30En ik bid u, broeders, door onzen Heere Jezus Christus, en door de liefde des Geestes, dat gij met mij strijdt in de gebeden tot God voor mij;
Romeinen 16:14Groet Asynkritus, Flegon, Hermas, Patrobas, Hermes, en de broeders, die met hen zijn.
Romeinen 16:17En ik bid u, broeders, neemt acht op degenen, die tweedracht en ergernissen aanrichten tegen de leer, die gij [van ons] geleerd hebt; en wijkt af van dezelve.
Romeinen 16:23U groet Gajus, de huiswaard van mij en van de gehele Gemeente. U groet Erastus, de rentmeester der stad, en de broeder Quartus.
1 Corinthiers 1:1Paulus, een geroepen apostel van Jezus Christus, door den wil van God, en Sosthenes, de broeder,
1 Corinthiers 1:10Maar ik bid u, broeders, door den Naam van onzen Heere Jezus Christus, dat gij allen hetzelfde spreekt, en [dat] onder u geen scheuringen zijn, maar [dat] gij samengevoegd zijt in eenzelfden zin, en in een zelfde gevoelen.
1 Corinthiers 1:11Want mij is van u bekend gemaakt, mijn broeders, door die van [het huisgezin] van Chloe [zijn], dat er twisten onder u zijn.
1 Corinthiers 1:26Want gij ziet uw roeping, broeders, dat [gij] niet vele wijzen [zijt] naar het vlees, niet vele machtigen, niet vele edelen.

Mede mogelijk dankzij

StudieboekenStudieboeken