Jakobus 2:5 | Hoort, mijn geliefde broeders, heeft God niet uitverkoren de armen dezer wereld, [om] rijk [te zijn] in het geloof, en erfgenamen des Koninkrijks, hetwelk Hij belooft dengenen, die Hem liefhebben? |
Jakobus 2:14 | Wat nuttigheid is het, mijn broeders, indien iemand zegt, dat hij het geloof heeft, en hij heeft de werken niet? Kan dat geloof hem zalig maken? |
Jakobus 2:15 | Indien er nu een broeder of zuster naakt zouden zijn, en gebrek zouden hebben aan dagelijks voedsel; |
Jakobus 3:1 | Zijt niet vele meesters, mijn broeders, wetende, dat wij te meerder oordeel zullen ontvangen. |
Jakobus 3:10 | Uit denzelfden mond komt voort zegening en vervloeking. Dit moet, mijn broeders, alzo niet geschieden. |
Jakobus 3:12 | Kan ook, mijn broeders, een vijgeboom olijven voortbrengen, of een wijnstok vijgen? Alzo [kan] geen fontein zout en zoet water voortbrengen. |
Jakobus 4:11 | Broeders, spreekt niet kwalijk van elkander. Die van [zijn] broeder kwalijk spreekt en zijn broeder oordeelt, die spreekt kwalijk van de wet, en oordeelt de wet. Indien gij nu de wet oordeelt, zo zijt gij geen dader der wet, maar een rechter. |
Jakobus 5:7 | Zo zijt dan lankmoedig, broeders, tot de toekomst des Heeren. Ziet, de landman verwacht de kostelijke vrucht des lands, lankmoedig zijnde over dezelve, totdat het den vroegen en spaden regen zal hebben ontvangen. |
Jakobus 5:9 | Zucht niet tegen elkander, broeders, opdat gij niet veroordeeld wordt; ziet, de Rechter staat voor de deur. |
Jakobus 5:10 | Mijn broeders, neemt tot een voorbeeld des lijdens, en der lankmoedigheid de profeten, die [in] den Naam des Heeren gesproken hebben. |
Jakobus 5:12 | Doch voor alle dingen, mijn broeders, zweert niet, noch bij den hemel, noch bij de aarde, noch enigen anderen eed; maar uw ja, zij ja, en het neen, neen; opdat gij in geen oordeel valt. |
Jakobus 5:19 | Broeders, indien iemand onder u van de waarheid is afgedwaald, en hem iemand bekeert, |
1 Petrus 5:12 | Door Silvanus, die u een getrouw broeder is, zo ik acht, heb ik met weinige [woorden] geschreven, vermanende en betuigende, dat deze is de waarachtige genade Gods, in welke gij staat. |
2 Petrus 1:10 | Daarom, broeders, benaarstigt u te meer, om uw roeping en verkiezing vast te maken; want dat doende zult gij nimmermeer struikelen. |
2 Petrus 3:15 | En acht de lankmoedigheid onzes Heeren voor zaligheid; gelijkerwijs ook onze geliefde broeder Paulus, naar de wijsheid, die hem gegeven is, ulieden geschreven heeft; |
1 Johannes 2:7 | Broeders! Ik schrijf u geen nieuw gebod, maar een oud gebod, dat gij van den beginne gehad hebt; dit oud gebod is het woord, dat gij van den beginne gehoord hebt. |
1 Johannes 2:9 | Die zegt, dat hij in het licht is, en zijn broeder haat, die is in de duisternis tot nog toe. |
1 Johannes 2:10 | Die zijn broeder liefheeft, blijft in het licht, en geen ergernis is in hem. |
1 Johannes 2:11 | Maar die zijn broeder haat, is in de duisternis, en wandelt in de duisternis, en weet niet, waar hij henengaat; want de duisternis heeft zijn ogen verblind. |
1 Johannes 3:10 | Hierin zijn de kinderen Gods en de kinderen des duivels openbaar. Een iegelijk, die de rechtvaardigheid niet doet, die is niet uit God, en die zijn broeder niet liefheeft, |