Lukas 8:35 | En zij gingen uit, om te zien hetgeen geschied was, en kwamen tot Jezus, en vonden den mens, van welken de duivelen uitgevaren waren, zittend aan de voeten van Jezus, gekleed en wel bij zijn verstand; en zij werden bevreesd. |
Lukas 9:22 | Zeggende: De Zoon des mensen moet veel lijden, en verworpen worden van de ouderlingen, en overpriesters, en Schriftgeleerden, en gedood en ten derden dage opgewekt worden. |
Lukas 9:25 | Want wat baat het een mens, die de gehele wereld zou winnen, en zichzelven verliezen, of schade [zijns zelfs] lijden? |
Lukas 9:26 | Want zo wie zich Mijns en Mijner woorden zal geschaamd hebben, diens zal de Zoon des mensen Zich schamen, wanneer Hij komen zal in Zijn heerlijkheid, en [in de heerlijkheid] des Vaders, en der heilige engelen. |
Lukas 9:44 | Legt gij deze woorden in uw oren: Want de Zoon des mensen zal overgeleverd worden in der mensen handen. |
Lukas 9:56 | Want de Zoon des mensen is niet gekomen om der mensen zielen te verderven, maar om te behouden. En zij gingen naar een ander vlek. |
Lukas 9:58 | En Jezus zeide tot hem: De vossen hebben holen, en de vogelen des hemels nesten; maar de Zoon des mensen heeft niet, waar Hij het hoofd nederlegge. |
Lukas 10:30 | En Jezus, antwoordende, zeide: Een zeker mens kwam af van Jeruzalem naar Jericho, en viel onder de moordenaars, welke, hem ook uitgetogen, en daartoe [zware] slagen gegeven hebbende, heengingen, en lieten [hem] half dood liggen. |
Lukas 11:24 | Wanneer de onreine geest van den mens uitgevaren is, zo gaat hij door dorre plaatsen, zoekende rust; en die niet vindende, zegt hij: Ik zal wederkeren in mijn huis, daar ik uitgevaren ben. |
Lukas 11:26 | Dan gaat hij heen, en neemt met zich zeven anderen geesten, bozer dan hij zelf is, en ingegaan zijnde, wonen zij aldaar; en het laatste van dien mens wordt erger dan het eerste. |
Lukas 11:30 | Want gelijk Jonas den Ninevieten een teken geweest is, alzo zal ook de Zoon des mensen zijn dezen geslachte. |
Lukas 11:44 | Wee u, gij Schriftgeleerden en Farizeen, gij geveinsden, want gij zijt gelijk de graven, die niet openbaar zijn, en de mensen, die daarover wandelen, weten het niet. |
Lukas 11:46 | Doch Hij zeide: Wee ook u, wetgeleerden! want gij belast de mensen met lasten, zwaar om te dragen, en zelven raakt gij die lasten niet aan met een van uw vingeren. |
Lukas 12:8 | En Ik zeg u: Een iegelijk, die Mij belijden zal voor de mensen, dien zal ook de Zoon des mensen belijden voor de engelen Gods. |
Lukas 12:9 | Maar wie Mij verloochenen zal voor de mensen, die zal verloochend worden voor de engelen Gods. |
Lukas 12:10 | En een iegelijk, die [enig] woord spreken zal tegen den Zoon des mensen, het zal hem vergeven worden; maar wie tegen den Heiligen Geest gelasterd zal hebben, dien zal het niet vergeven worden. |
Lukas 12:14 | Maar Hij zeide tot hem: Mens, wie heeft Mij tot een rechter of scheidsman over ulieden gesteld? |
Lukas 12:16 | En Hij zeide tot hen een gelijkenis, en sprak: Eens rijken mensen land had wel gedragen; |
Lukas 12:36 | En zijt gij den mensen gelijk, die op hun heer wachten, wanneer hij wederkomen zal van de bruiloft, opdat, als hij komt en klopt, zij hem terstond mogen opendoen. |
Lukas 12:40 | Gij dan, zijt ook bereid; want in welke ure gij het niet meent, zal de Zoon des mensen komen. |