G1063 γάρ
want

Bijbelteksten

Mattheus 27:18Want hij wist, dat zij Hem door nijdigheid overgeleverd hadden.
Mattheus 27:19En als hij op de rechterstoel zat, zo heeft zijn huisvrouw tot hem gezonden, zeggende: Heb [toch] niet te doen met dien Rechtvaardige; want ik heb heden veel geleden in den droom om Zijnentwil.
Mattheus 27:23Doch de stadhouder zeide: Wat heeft Hij dan kwaads gedaan? En zij riepen te meer, zeggende: Laat Hem gekruisigd worden!
Mattheus 27:43Hij heeft op God betrouwd; dat Hij Hem nu verlosse, indien Hij Hem [wel] wil; want Hij heeft gezegd: Ik ben Gods Zoon.
Mattheus 28:2En ziet, er geschiedde een grote aardbeving; want een engel des Heeren, nederdalende uit den hemel, kwam toe, en wentelde de steen af van de deur, en zat op denzelven.
Mattheus 28:5Maar de engel, antwoordende, zeide tot de vrouwen: Vreest gijlieden niet; want ik weet, dat gij zoekt Jezus, Die gekruisigd was.
Mattheus 28:6Hij is hier niet; want Hij is opgestaan, gelijk Hij gezegd heeft. Komt herwaarts, ziet de plaats, waar de Heere gelegen heeft.
Markus 1:16En wandelende bij de Galilese zee, zag Hij Simon en Andreas, zijn broeder, werpende het net in de zee (want zij waren vissers);
Markus 1:22En zij versloegen zich over Zijn leer; want Hij leerde hen, als machthebbende, en niet als de Schriftgeleerden.
Markus 1:38En Hij zeide tot hen: Laat ons in de bijliggende vlekken gaan, opdat Ik ook daar predike; want daartoe ben Ik uitgegaan.
Markus 2:15En het geschiedde, als Hij aanzat in deszelfs huis, dat ook vele tollenaren en zondaren aanzaten met Jezus en Zijn discipelen; want zij waren velen, en waren Hem gevolgd.
Markus 3:10Want Hij had er velen genezen, alzo dat Hem al degenen, die [enige] kwalen hadden, overvielen, opdat zij Hem mochten aanraken.
Markus 3:21En als degenen, die Hem bestonden, [dit] hoorden, gingen zij uit, om Hem vast te houden; want zij zeiden: Hij is buiten Zijn zinnen.
Markus 3:35Want zo wie den wil van God doet, die is Mijn broeder, en Mijn zuster, en moeder.
Markus 4:22Want er is niets verborgen, dat niet geopenbaard zal worden; en er is niets geschied, [om] verborgen [te zijn], maar opdat het in het openbaar zou komen.
Markus 4:25Want zo wie heeft, dien zal gegeven worden; en wie niet heeft, van dien zal genomen worden, ook dat hij heeft.
Markus 4:28Want de aarde brengt van zelve vruchten voort: eerst het kruid, daarna de aar, daarna het volle koren in de aar.
Markus 5:8(Want Hij zeide tot hem: Gij onreine geest, ga uit van den mens!)
Markus 5:28Want zij zeide: Indien ik maar Zijn klederen mag aanraken, zal ik gezond worden.
Markus 5:42En terstond stond het dochtertje op, en wandelde; want het was twaalf jaren [oud]; en zij ontzetten zich met grote ontzetting.

Mede mogelijk dankzij

KlussenKlussen