G2919 κρίνω
scheiden, schiften, onderscheiden, kiezen, goedkeuren, achten, beslissen, besluiten, richten, oordelen

Bijbelteksten

Hebreeen 13:4Het huwelijk [is] eerlijk onder allen, en het bed onbevlekt; maar hoereerders en overspelers zal God oordelen.
Jakobus 2:12Spreekt alzo, en doet alzo, als die door de wet der vrijheid zult geoordeeld worden.
Jakobus 4:11Broeders, spreekt niet kwalijk van elkander. Die van [zijn] broeder kwalijk spreekt en zijn broeder oordeelt, die spreekt kwalijk van de wet, en oordeelt de wet. Indien gij nu de wet oordeelt, zo zijt gij geen dader der wet, maar een rechter.
Jakobus 4:12Er is een enig Wetgever, Die behouden kan en verderven. Doch wie zijt gij, die een anderen oordeelt?
Jakobus 5:9Zucht niet tegen elkander, broeders, opdat gij niet veroordeeld wordt; ziet, de Rechter staat voor de deur.
1 Petrus 1:17En indien gij tot een Vader aanroept Dengene, Die zonder aanneming des persoons oordeelt naar eens iegelijks werk, zo wandelt in vreze den tijd uwer inwoning;
1 Petrus 2:23Die, als Hij gescholden werd, niet wederschold, en als Hij leed, niet dreigde; maar gaf het over aan Dien, Die rechtvaardiglijk oordeelt;
1 Petrus 4:5Dewelke zullen rekenschap geven Dengene, Die bereid staat om te oordelen de levenden en de doden.
1 Petrus 4:6Want daartoe is ook den doden het Evangelie verkondigd geworden, opdat zij wel zouden geoordeeld worden naar den mens in het vlees, maar leven zouden naar God in den geest.
Openbaring 6:10En zij riepen met grote stem, zeggende: Hoelang, o heilige en waarachtige Heerser, oordeelt en wreekt Gij ons bloed niet van degenen, die op de aarde wonen?
Openbaring 11:18En de volken waren toornig geworden, en Uw toorn is gekomen, en de tijd der doden, om geoordeeld te worden, en om het loon te geven Uw dienstknechten, den profeten, en den heiligen, en dengenen, die Uw Naam vrezen, den kleinen en den groten; en om te verderven degenen, die de aarde verdierven.
Openbaring 16:5En ik hoorde den engel der wateren zeggen: Gij zijt rechtvaardig, Heere! Die is, en Die was, en Die zijn zal, dat Gij dit geoordeeld hebt;
Openbaring 18:8Daarom zullen haar plagen op een dag komen, [namelijk] dood, en rouw, en honger, en zij zal met vuur verbrand worden; want sterk is de Heere God, Die haar oordeelt.
Openbaring 18:20Bedrijft vreugde over haar, gij hemel, en gij heilige apostelen, en gij profeten, want God heeft uw oordeel aan haar geoordeeld.
Openbaring 19:2Want Zijn oordelen zijn waarachtig en rechtvaardig; dewijl Hij de grote hoer geoordeeld heeft, die de aarde verdorven heeft met haar hoererij, en Hij het bloed Zijner dienaren van haar hand gewroken heeft.
Openbaring 19:11En ik zag den hemel geopend; en ziet, een wit paard, en Die op hetzelve zat, was genaamd Getrouw en Waarachtig, en Hij oordeelt en voert krijg in gerechtigheid.
Openbaring 20:12En ik zag de doden, klein en groot, staande voor God; en de boeken werden geopend; en een ander boek werd geopend, dat des levens is; en de doden werden geoordeeld uit hetgeen in de boeken geschreven was, naar hun werken.
Openbaring 20:13En de zee gaf de doden, die in haar waren; en de dood en de hel gaven de doden, die in hen waren; en zij werden geoordeeld, een iegelijk naar hun werken.

Mede mogelijk dankzij

BoekenBoeken