1 Corinthiers 7:8 | Doch ik zeg den ongetrouwden, en den weduwen: Het is hun goed, indien zij blijven, gelijk als ik. |
1 Corinthiers 7:12 | Maar den anderen zeg ik, niet de Heere: Indien enig broeder een ongelovige vrouw heeft, en dezelve tevreden is bij hem te wonen, dat hij ze niet verlate. |
1 Corinthiers 7:35 | En dit zeg ik tot uw eigen voordeel; niet opdat ik een strik over u zou werpen, maar [om u te leiden] tot hetgeen wel voegt, en bekwaam is, om den Heere wel aan te hangen, zonder herwaarts en derwaarts getrokken te worden. |
1 Corinthiers 8:5 | Want hoewel er ook zijn, die goden genaamd worden, hetzij in den hemel, hetzij op de aarde (gelijk er vele goden en vele heren zijn), |
1 Corinthiers 9:8 | Spreek ik dit naar den mens, of zegt ook de wet hetzelfde niet? |
1 Corinthiers 9:10 | Of zegt Hij [dat] ganselijk om onzentwil? Want om onzentwil is [dat] geschreven; overmits die ploegt, op hoop moet ploegen, en die op hoop dorst, [moet] zijn hoop deelachtig worden. |
1 Corinthiers 10:15 | Als tot verstandigen spreek ik; oordeelt gij, hetgeen ik zeg. |
1 Corinthiers 10:29 | Doch ik zeg, [om] het geweten, niet van uzelven, maar des anderen; want waarom wordt mijn vrijheid geoordeeld van een ander geweten? |
1 Corinthiers 11:25 | Desgelijks [nam] Hij ook den drinkbeker, na het eten des avondmaals, en zeide: Deze drinkbeker is het Nieuwe Testament in Mijn bloed. Doet dat, zo dikwijls als gij [dien] zult drinken, tot Mijn gedachtenis. |
1 Corinthiers 12:3 | Daarom maak ik u bekend, dat niemand, die door den Geest Gods spreekt, Jezus een vervloeking noemt; en niemand kan zeggen, Jezus den Heere [te zijn], dan door den Heiligen Geest. |
1 Corinthiers 14:16 | Anderszins, indien gij dankzegt met den geest, hoe zal degene, die de plaats eens ongeleerden vervult, amen zeggen op uw dankzegging, dewijl hij niet weet, wat gij zegt? |
1 Corinthiers 14:21 | In de wet is geschreven: Ik zal door lieden van andere talen, en door andere lippen tot dit volk spreken, en ook alzo zullen zij Mij niet horen, zegt de Heere. |
1 Corinthiers 14:34 | Dat uw vrouwen in de Gemeenten zwijgen; want het is haar niet toegelaten te spreken, maar [bevolen] onderworpen te zijn, gelijk ook de wet zegt. |
1 Corinthiers 15:12 | Indien nu Christus gepredikt wordt, dat Hij uit de doden opgewekt is, hoe zeggen sommigen onder u, dat er geen opstanding der doden is? |
1 Corinthiers 15:34 | Waakt op rechtvaardiglijk, en zondigt niet. Want sommigen hebben de kennis van God niet. Ik zeg het u tot schaamte. |
1 Corinthiers 15:51 | Ziet, ik zeg u een verborgenheid: wij zullen wel niet allen ontslapen, maar wij zullen allen veranderd worden; |
2 Corinthiers 6:2 | Want Hij zegt: In den aangenamen tijd heb Ik u verhoord, en in den dag der zaligheid heb Ik u geholpen. Ziet, nu is het de welaangename tijd, ziet, nu is het de dag der zaligheid! |
2 Corinthiers 6:13 | Nu, [om] dezelfde vergelding [te doen], (ik spreek als tot [mijn] kinderen) zo wordt gij ook uitgebreid. |
2 Corinthiers 6:17 | Daarom gaat uit het midden van hen, en scheidt u af, zegt de Heere, en raakt niet aan hetgeen onrein is, en Ik zal ulieden aannemen. |
2 Corinthiers 6:18 | En Ik zal u tot een Vader zijn, en gij zult Mij tot zonen en dochteren zijn, zegt de Heere, de Almachtige. |