G3761 οὐδέ
niet (ook), niet (zelfs)

Bijbelteksten

Openbaring 9:4En hun werd gezegd, dat zij het gras der aarde niet zouden beschadigen, noch enige groente, noch enigen boom, dan de mensen alleen, die het zegel Gods aan hun voorhoofden niet hebben.
Openbaring 12:8En zij hebben niet vermocht, en hun plaats is niet meer gevonden in den hemel.
Openbaring 21:23En de stad behoeft de zon en de maan niet, dat zij in dezelve zouden schijnen; want de heerlijkheid Gods heeft haar verlicht, en het Lam is haar Kaars.

Mede mogelijk dankzij

StudieboekenStudieboeken