G5213 ὑμῖν
jullie

Bijbelteksten

2 Corinthiers 9:1Want van de bediening, die voor de heiligen [geschiedt], is mij onnodig aan u te schrijven.
2 Corinthiers 9:14En door hun gebed voor u, welke naar u verlangen, om de uitnemende genade Gods over u.
2 Corinthiers 10:1Voorts ik Paulus zelf bid u, door de zachtmoedigheid en goedertierenheid van Christus, die, tegenwoordig zijnde, wel gering ben onder u, maar afwezend stout ben tegen u;
2 Corinthiers 10:15Niet roemende buiten de maat in anderer [lieden] arbeid, maar hebbende hoop, als uw geloof zal gewassen zijn, dat wij onder ulieden overvloediglijk zullen vergroot worden naar onzen regel;
2 Corinthiers 11:7Heb ik zonde gedaan, als ik mijzelven vernederd heb, opdat gij zoudt verhoogd worden, overmits ik u het Evangelie Gods om niet verkondigd heb?
2 Corinthiers 11:9Want mijn gebrek hebben de broeders vervuld, die van Macedonie kwamen; en ik heb mijzelven in alles gehouden zonder u te bezwaren, en zal [mij nog alzo] houden.
2 Corinthiers 12:12De merktekenen van een apostel zijn onder u betoond in alle lijdzaamheid, met tekenen, en wonderen, en krachten.
2 Corinthiers 12:19Meent gij wederom, dat wij ons bij u verontschuldigen? Wij spreken in de tegenwoordigheid van God in Christus; en dit alles, geliefden, tot uw stichting.
2 Corinthiers 12:20Want ik vrees, dat als ik gekomen zal zijn, ik u niet enigszins zal vinden zodanigen als ik wil, en [dat] ik van u zal gevonden worden zodanig als gij niet wilt; dat er niet enigszins [zijn] twisten, nijdigheden, toorn, gekijf, achterklap, oorblazingen, opgeblazenheden, beroerten;
2 Corinthiers 13:3Dewijl gij zoekt een proeve van Christus, Die in mij spreekt, Welke in u niet zwak is, maar krachtig is onder u.
2 Corinthiers 13:5Onderzoekt uzelven, of gij in het geloof zijt, beproeft uzelven. Of kent gij uzelven niet, dat Jezus Christus in u is? tenzij dat gij enigszins verwerpelijk zijt.
Galaten 1:3Genade zij u en vrede van God den Vader, en onzen Heere Jezus Christus;
Galaten 1:8Doch al ware het ook, dat wij, of een engel uit den hemel u een Evangelie verkondigde, buiten hetgeen wij u verkondigd hebben, die zij vervloekt.
Galaten 1:11Maar ik maak u bekend, broeders, dat het Evangelie, hetwelk van mij verkondigd is, niet is naar den mens.
Galaten 1:20Hetgeen nu ik u schrijf, ziet, [ik getuig] voor God, dat ik niet lieg!
Galaten 3:1O gij uitzinnige Galaten, wie heeft u betoverd, dat gij der waarheid niet zoudt gehoorzaam zijn; denwelken Jezus Christus voor de ogen te voren geschilderd is geweest, onder u gekruist zijnde?
Galaten 3:5Die u dan den Geest verleent, en krachten onder u werkt, [doet Hij dat] uit de werken der wet, of uit de prediking des geloofs?
Galaten 4:13En gij weet, dat ik u door zwakheid des vleses het Evangelie de eerste maal verkondigd heb;
Galaten 4:15Welke was dan uw gelukachting? Want ik geef u getuigenis, dat gij, zo het mogelijk ware, uw ogen zoudt uitgegraven, en mij gegeven hebben.
Galaten 4:16Ben ik dan uw vijand geworden, u de waarheid zeggende?

Mede mogelijk dankzij

Livius Onderwijs