G5656

Bijbelteksten

Mattheus 5:21Gij hebt gehoord, dat [tot] de ouden gezegd is: Gij zult niet doden; maar zo wie doodt, [die] zal strafbaar zijn door het gericht.
Mattheus 5:27Gij hebt gehoord, dat [van] de ouden gezegd is: Gij zult geen overspel doen.
Mattheus 5:28Maar Ik zeg u, dat zo wie een vrouw [aan]ziet, om dezelve te begeren, die heeft alrede overspel in zijn hart met haar gedaan.
Mattheus 5:33Wederom hebt gij gehoord, dat [van] de ouden gezegd is: Gij zult den eed niet breken, maar gij zult den Heere uw eden houden.
Mattheus 5:38Gij hebt gehoord, dat gezegd is: Oog om oog, en tand om tand.
Mattheus 5:43Gij hebt gehoord, dat er gezegd is: Gij zult uw naaste liefhebben, en uw vijand zult gij haten.
Mattheus 7:22Velen zullen te dien dage tot Mij zeggen: Heere, Heere! hebben wij niet in Uw Naam geprofeteerd, en in Uw Naam duivelen uitgeworpen, en in Uw Naam vele krachten gedaan?
Mattheus 7:24Een iegelijk dan, die deze Mijn woorden hoort en dezelve doet, dien zal Ik vergelijken bij een voorzichtig man, die zijn huis op een steenrots gebouwd heeft;
Mattheus 7:25En er is slagregen nedergevallen, en de waterstromen zijn gekomen, en de winden hebben gewaaid, en zijn tegen hetzelve huis aangevallen, en het is niet gevallen, want het was op de steenrots gegrond.
Mattheus 7:26En een iegelijk, die deze Mijn woorden hoort en dezelve niet doet, die zal bij een dwazen man vergeleken worden, die zijn huis op het zand gebouwd heeft;
Mattheus 7:27En de slagregen is nedergevallen, en de waterstromen zijn gekomen, en de winden hebben gewaaid, en zijn tegen hetzelve huis aangeslagen, en het is gevallen, en zijn val was groot.
Mattheus 7:28En het is geschied, als Jezus deze woorden geeindigd had, [dat] de scharen zich ontzetten over Zijn leer;
Mattheus 8:1Toen Hij nu van den berg afgeklommen was, zijn Hem vele scharen gevolgd.
Mattheus 8:4En Jezus zeide tot hem: Zie, dat gij [dit] niemand zegt; maar ga heen, toon uzelven den priester, en offer de gave, die Mozes geboden heeft, hun tot een getuigenis.
Mattheus 8:10Jezus nu, [dit] horende, heeft Zich verwonderd, en zeide tot dengenen, die [Hem] volgden: Voorwaar zeg Ik u, Ik heb zelfs in Israel zo groot een geloof niet gevonden.
Mattheus 8:13En Jezus zeide tot den hoofdman over honderd: Ga heen, en u geschiede, gelijk gij geloofd hebt. En zijn knecht is gezond geworden te diezelver ure.
Mattheus 8:15En Hij raakte haar hand aan, en de koorts verliet haar; en zij stond op, en diende henlieden.
Mattheus 8:16En als het laat geworden was, hebben zij velen, van den duivel bezeten, tot Hem gebracht, en Hij wierp de [boze] geesten uit met den woorde, en Hij genas allen, die kwalijk gesteld waren;
Mattheus 8:17Opdat vervuld zou worden, dat gesproken was door Jesaja, den profeet, zeggende: Hij heeft onze krankheden [op Zich] genomen, en onze [ziekten] gedragen.
Mattheus 8:18En Jezus, vele scharen ziende rondom Zich, beval aan de andere zijde over te varen.

Mede mogelijk dankzij