H702 אַרְבַּע
vier, veertien, veertig, veertiende, vierhonderd, in samenstellingen: veertien, vier(de)
Ezechiel 43:16 | De Ariel nu, twaalf [ellen] de lengte, met twaalf [ellen] breedte, vierkant aan zijn vier zijden. |
Ezechiel 43:17 | En het afzetsel veertien [ellen] de lengte, met veertien [ellen] breedte, aan zijn vier zijden, en de rand rondom hetzelve, de helft ener el; en de boezem daaraan, een el rondom; en zijn trappen ziende naar het oosten. |
Ezechiel 43:20 | En gij zult van deszelfs bloed nemen, en doen het aan zijn vier hoornen, en aan de vier hoeken der afzetsels, en aan den rand rondom; alzo zult gij het ontzondigen, en het verzoenen. |
Ezechiel 45:19 | En de priester zal van het bloed des zondoffers nemen, en doen het aan de posten des huizes, en aan de vier hoeken van het afzetsel des altaars, en aan de posten der poorten van het binnenste voorhof. |
Ezechiel 45:21 | In de eerste [maand], op den veertienden dag der maand, zal ulieden het pascha zijn; een feest van zeven dagen, ongezuurde broden zal men eten. |
Ezechiel 46:21 | Toen bracht hij mij in het buitenste voorhof, en voerde mij om in de vier hoeken des voorhofs; en ziet, in elken hoek des voorhofs was een ander voorhofje. |
Ezechiel 46:22 | In de vier hoeken des voorhofs waren voorhofjes met schoorstenen, van veertig [ellen] de lengte, en dertig de breedte; dezelve vier hoekhofjes hadden enerlei maat. |
Ezechiel 46:23 | En er was rondom in dezelve een ringmuur, rondom deze vier; en er waren keukens gemaakt beneden [aan] de ringmuren rondom. |
Ezechiel 48:16 | En dit zullen haar maten zijn: de noorderhoek, vier duizend en vijfhonderd [meetrieten]; en de zuiderhoek vier duizend en vijfhonderd en van den oosterhoek vier duizend en vijfhonderd; en de westerhoek vier duizend en vijfhonderd. |
Ezechiel 48:30 | Voorts zullen dit de uitgangen der stad zijn: van den noorderhoek, vier duizend en vijfhonderd maten. |
Ezechiel 48:32 | En aan den oosterhoek, vier duizend en vijfhonderd [maten], en drie poorten: namelijk, een poort van Jozef, een poort van Benjamin, een poort van Dan. |
Ezechiel 48:33 | De zuiderhoek ook vier duizend en vijfhonderd maten, en drie poorten: een poort van Simeon, een poort van Issaschar, een poort van Zebulon. |
Ezechiel 48:34 | De westerhoek, vier duizend en vijfhonderd; derzelver poorten drie: een poort van Gad, een poort van Aser, een poort van Nafthali. |
Daniel 1:17 | Aan deze vier jongelingen nu gaf God wetenschap en verstand in alle boeken, en wijsheid; maar Daniel gaf Hij verstand in allerlei gezichten en dromen. |
Daniel 8:8 | En de geitenbok maakte zich uitermate groot; maar toen hij sterk geworden was, brak die grote hoorn, en er kwamen op aan deszelfs plaats vier aanzienlijke, naar de vier winden des hemels. |
Daniel 8:22 | Dat er nu vier aan zijn plaats stonden, toen hij verbroken was; vier koninkrijken zullen uit dat volk ontstaan, doch niet met zijn kracht. |
Daniel 10:4 | En op den vier en twintigsten dag der eerste maand, zo was ik aan den oever der grote rivier, welke is Hiddekel. |
Daniel 11:4 | En als hij zal staan, zal zijn rijk gebroken, en in de vier winden des hemels verdeeld worden, maar niet aan zijn nakomelingen, ook niet naar zijn heerschappij, waarmede hij heerste; want zijn rijk zal uitgerukt worden, en dat voor anderen dan deze. |
Amos 1:3 | Alzo zegt de HEERE: Om drie overtredingen van Damaskus, en om vier zal Ik dat niet afwenden; omdat zij Gilead met ijzeren dorswagens hebben gedorst. |
Amos 1:6 | Alzo zegt de HEERE: Om drie overtredingen van Gaza, en om vier zal Ik dat niet afwenden; omdat zij [Mijn volk] gevankelijk hebben weggevoerd met een volkomen wegvoering, om aan Edom over te leveren. |