H3519 כָּבוֹד
heerlijken, heerlijk, ere, eer, heerlijkheid, ziel, Shekinah
Psalm 79:9 | Help ons, o God onzes heils! ter oorzake van de eer Uws Naams; en red ons, en doe verzoening over onze zonden, om Uws Naams wil. |
Psalm 84:12 | Want God, de HEERE, is een Zon en Schild; de HEERE zal genade en eer geven; Hij zal het goede niet onthouden dengenen, die in oprechtheid wandelen. |
Psalm 85:10 | Zekerlijk, Zijn heil is nabij degenen, die Hem vrezen, opdat in ons land eer wone. |
Psalm 96:3 | Vertelt onder de heidenen Zijn eer, onder alle volken Zijn wonderen. |
Psalm 96:7 | Geeft den HEERE, gij geslachten der volken! geeft den HEERE eer en sterkte. |
Psalm 96:8 | Geeft den HEERE de eer Zijns Naams; brengt offer, en komt in Zijn voorhoven. |
Psalm 97:6 | De hemelen verkondigen Zijn gerechtigheid, en alle volken zien Zijn eer. |
Psalm 102:16 | Dan zullen de heidenen den Naam des HEEREN vrezen, en alle koningen der aarde Uw heerlijkheid. |
Psalm 102:17 | Als de HEERE Sion zal opgebouwd hebben, in Zijn heerlijkheid zal verschenen zijn, |
Psalm 104:31 | De heerlijkheid des HEEREN zij tot in der eeuwigheid; de HEERE verblijde Zich in Zijn werken. |
Psalm 106:20 | En zij veranderden hun Eer in de gedaante van een os, die gras eet. |
Psalm 108:2 | O God! mijn hart is bereid; ik zal zingen en psalmzingen, ook mijn eer. |
Psalm 108:6 | Verhef U, o God! boven de hemelen, en Uw eer over de ganse aarde. |
Psalm 112:9 | [Pe.] Hij strooit uit, hij geeft den nooddruftige; [Tsade.] zijn gerechtigheid bestaat in eeuwigheid; [Koph.] zijn hoorn zal verhoogd worden in eer. |
Psalm 113:4 | De HEERE is hoog boven alle heidenen, boven de hemelen is Zijn heerlijkheid. |
Psalm 115:1 | Niet ons, o HEERE! niet ons, maar Uw Naam geef eer, om Uwer goedertierenheid, om Uwer waarheid wil. |
Psalm 138:5 | En zij zullen zingen van de wegen des HEEREN, want de heerlijkheid des HEEREN is groot. |
Psalm 145:5 | [He.] Ik zal uitspreken de heerlijkheid der eer Uwer majesteit, en Uw wonderlijke daden. |
Psalm 145:11 | [Caph.] Zij zullen de heerlijkheid Uws Koninkrijks vermelden, en Uw mogendheid zullen zij uitspreken. |
Psalm 145:12 | [Lamed.] Om den mensenkinderen bekend te maken Zijn mogendheden, en de eer der heerlijkheid Zijns Koninkrijks. |