H3967 מֵאָה
honderd, driehonderd, vierhonderd, driehonderd , tweehonderd, vierhonderd
Nehemia 5:17 | Ook zijn van de Joden en van de overheden honderd en vijftig man, en die van de heidenen, die rondom ons zijn, tot ons kwamen, aan mijn tafel geweest. |
Nehemia 7:8 | De kinderen van Parhos waren twee duizend, honderd twee en zeventig; |
Nehemia 7:9 | De kinderen van Sefatja, driehonderd twee en zeventig; |
Nehemia 7:10 | De kinderen van Arach, zeshonderd twee en vijftig; |
Nehemia 7:11 | De kinderen van Pahath-moab, van de kinderen van Jesua en Joab, twee duizend, achthonderd [en] achttien; |
Nehemia 7:12 | De kinderen van Elam, duizend, tweehonderd vier en vijftig; |
Nehemia 7:13 | De kinderen van Zatthu, achthonderd vijf en veertig; |
Nehemia 7:14 | De kinderen van Zakkai, zevenhonderd en zestig; |
Nehemia 7:15 | De kinderen van Binnui, zeshonderd acht en veertig; |
Nehemia 7:16 | De kinderen van Bebai, zeshonderd acht en twintig; |
Nehemia 7:17 | De kinderen van Azgad, twee duizend, driehonderd twee en twintig; |
Nehemia 7:18 | De kinderen van Adonikam, zeshonderd zeven en zestig; |
Nehemia 7:20 | De kinderen van Adin, zeshonderd vijf en vijftig; |
Nehemia 7:22 | De kinderen van Hassum, driehonderd acht en twintig; |
Nehemia 7:23 | De kinderen van Bezai, driehonderd vier en twintig; |
Nehemia 7:24 | De kinderen van Harif, honderd [en] twaalf; |
Nehemia 7:26 | De mannen van Bethlehem en Netofa, honderd acht en tachtig; |
Nehemia 7:27 | De mannen van Anathoth, honderd acht en twintig; |
Nehemia 7:29 | De mannen van Kirjath-jearim, Cefira en Beeroth, zevenhonderd drie en veertig; |
Nehemia 7:30 | De mannen van Rama en Gaba, zeshonderd een en twintig; |