Jesaja 57:12 | Ik zal uw gerechtigheid bekend maken, en uw werken, dat zij u geen nut doen zullen. |
Jesaja 58:1 | Roep uit de keel, houd niet in, verhef uw stem als een bazuin, en verkondig Mijn volk hun overtreding, en het huis Jakobs hun zonden. |
Jesaja 66:19 | En Ik zal een teken aan hen zetten, en uit hen, die het ontkomen zullen zijn, zal Ik zenden tot de heidenen [naar] Tarsis, Pul, en Lud, de boogschutters, [naar] Tubal en Javan, tot de ver gelegen eilanden, die Mijn gerucht niet gehoord, noch Mijn heerlijkheid gezien hebben; en zij zullen Mijn heerlijkheid onder de heidenen verkondigen. |
Jeremia 4:5 | Verkondigt in Juda, en laat het horen te Jeruzalem, en zegt het; ja, blaast de bazuin in het land; roept met volle [stem] en zegt: Verzamelt ulieden, en laat ons ingaan in de vaste steden! |
Jeremia 4:15 | Want een stem verkondigt van Dan af, en doet ellende horen van het gebergte van Efraim. |
Jeremia 5:20 | Verkondigt dit in het huis van Jakob, en laat het horen in Juda, zeggende: |
Jeremia 9:12 | Wie is de wijze man, die dit versta? En tot wien heeft de mond des HEEREN gesproken, dat hij het verkondige, waarom het land vergaan [en] afgebrand zij als een woestijn, dat er niemand doorgaat? |
Jeremia 16:10 | En het zal geschieden, als gij dit volk al deze woorden zult aanzeggen, en zij tot u zeggen: Waarom spreekt de HEERE al dit grote kwaad over ons, en welke is onze misdaad, en welke is onze zonde, die wij tegen den HEERE, onzen God, gezondigd hebben? |
Jeremia 20:10 | Want ik heb gehoord de naspraak van velen, van Magor-missabib, [zeggende]: Geef [ons] te kennen, en wij zullen het te kennen geven; al mijn vredegenoten nemen acht op mijn hinking; [zij zeggen:] Misschien zal hij overreed worden, dan zullen wij hem overmogen, en onze wraak van hem nemen. |
Jeremia 31:10 | Hoort des HEEREN woord, gij heidenen! en verkondigt in de eilanden, die verre zijn, en zegt: Hij, Die Israel verstrooid heeft, zal hem weder vergaderen, en hem bewaren als een herder zijn kudde. |
Jeremia 33:3 | Roep tot Mij, en Ik zal u antwoorden, en Ik zal u bekend maken grote en vaste dingen, die gij niet weet. |
Jeremia 36:13 | En Michaja maakte hun bekend al de woorden, die hij gehoord had, als Baruch uit dat boek las voor de oren des volks. |
Jeremia 36:16 | En het geschiedde, als zij al de woorden hoorden, [dat] zij verschrikten, de een tegen den ander; en zij zeiden tot Baruch: Voorzeker zullen wij al deze woorden den koning bekend maken. |
Jeremia 36:17 | En zij vraagden Baruch, zeggende: Verklaar ons toch, hoe hebt gij al deze woorden uit zijn mond geschreven? |
Jeremia 36:20 | Zij dan gingen in tot den koning in het voorhof; maar de rol legden zij weg in de kamer van Elisama, den schrijver; en zij verklaarden al die woorden voor de oren des konings. |
Jeremia 38:15 | En Jeremia zeide tot Zedekia: Als ik [het] u verklaren zal, zult gij mij niet zekerlijk doden? En als ik u raad zal geven, gij zult [toch] naar mij niet horen. |
Jeremia 38:25 | En als de vorsten zullen horen, dat ik met u gesproken heb, en tot u komen, en tot u zeggen: Verklaar ons nu, wat hebt gij tot den koning gesproken? verheel het niet voor ons, zo zullen wij u niet doden; en wat heeft de koning tot u gesproken? |
Jeremia 38:27 | Als dan al de vorsten tot Jeremia kwamen, en hem vraagden, verklaarde hij hun, naar al deze woorden, die de koning geboden had; en zij lieten van hem af, omdat de zaak niet was gehoord. |
Jeremia 42:3 | Dat ons de HEERE, uw God, bekend make den weg, dien wij zullen ingaan, en de zaak, die wij zullen doen. |
Jeremia 42:4 | En de profeet Jeremia zeide tot hen: Ik heb het gehoord; ziet, ik zal tot den HEERE, uw God, bidden naar uw woorden; en het zal geschieden, het ganse woord, dat de HEERE u zal antwoorden, zal ik u bekend maken, ik zal u niet een woord onthouden. |