H5771 עָוֺן
ongerechtigheid, zonde, misdaad, schuld

Bijbelteksten

Job 7:21En waarom vergeeft Gij niet mijn overtreding, en doet mijn ongerechtigheid niet weg? Want nu zal ik in het stof liggen; en Gij zult mij vroeg zoeken, maar ik zal niet zijn.
Job 10:6Dat Gij onderzoekt naar mijn ongerechtigheid, en naar mijn zonde verneemt?
Job 10:14Indien ik zondig, zo zult Gij mij waarnemen, en van mijn misdaad zult Gij mij niet onschuldig houden.
Job 11:6En u bekend maakte de verborgenheden der wijsheid, omdat zij dubbel zijn in wezen! Daarom weet, dat God voor u vergeet van uw ongerechtigheid.
Job 13:23Hoeveel misdaden en zonden heb ik? Maak mijn overtreding en mijn zonden mij bekend.
Job 13:26Want Gij schrijft tegen mij bittere dingen; en Gij doet mij erven de misdaden mijner jonkheid.
Job 14:17Mijn overtreding is in een bundeltje verzegeld, en Gij pakt mijn ongerechtigheid opeen.
Job 15:5Want uw mond leert uw ongerechtigheid, en gij hebt de tong der arglistigen verkoren.
Job 19:29Schroomt u vanwege het zwaard; want de grimmigheid is [over] de misdaden des zwaards; opdat gij weet, dat er een gericht zij.
Job 20:27De hemel zal zijn ongerechtigheid openbaren, en de aarde zal zich tegen hem opmaken.
Job 22:5Is niet uw boosheid groot, en uwer ongerechtigheden geen einde?
Job 31:11Want dat is een schandelijke daad, en het is een misdaad [bij] de rechters.
Job 31:28Dat ware ook een misdaad [bij] den rechter; want ik zou den God van boven verzaakt hebben.
Job 31:33Zo ik, gelijk Adam, mijn overtredingen bedekt heb, door eigenliefde mijn misdaad verbergende!
Job 33:9Ik ben rein, zonder overtreding; ik ben zuiver, en heb geen misdaad.
Psalm 18:24Maar ik was oprecht bij Hem, en ik wachtte mij voor mijn ongerechtigheid.
Psalm 25:11[Lamed.] Om Uws Naams wil, HEERE! zo vergeef mijn ongerechtigheid, want die is groot.
Psalm 31:11Want mijn leven is verteerd van droefenis, en mijn jaren van zuchten; mijn kracht is vervallen door mijn ongerechtigheid, en mijn beenderen zijn doorknaagd.
Psalm 32:2Welgelukzalig is de mens, dien de HEERE de ongerechtigheid niet toerekent, en in wiens geest geen bedrog is.
Psalm 32:5Mijn zonde maakte ik U bekend, en mijn ongerechtigheid bedekte ik niet. Ik zeide: Ik zal belijdenis van mijn overtredingen doen voor den HEERE; en Gij vergaaft de ongerechtigheid mijner zonde. Sela.

Mede mogelijk dankzij