H6485 פָּקַד
bezoeken, confronteren, orders geven

Bijbelteksten

Numeri 1:49Alleen de stam van Levi zult gij niet tellen, noch hun som opnemen, onder de zonen van Israël.
Numeri 1:50Maar gij, stel de Levieten over den tabernakel der getuigenis, en over al zijn gereedschap, en over alles, wat daartoe behoort; zij zullen den tabernakel dragen, en al zijn gereedschap; en zij zullen dien bedienen, en zij zullen zich rondom den tabernakel legeren.
Numeri 2:4Zijn heir nu, en zijn getelden waren vier en zeventig duizend en zeshonderd.
Numeri 2:6Zijn heir nu, en zijn getelden waren vier en vijftig duizend en vierhonderd.
Numeri 2:8Zijn heir nu, en zijn getelden waren zeven en vijftig duizend en vierhonderd.
Numeri 2:9Al de getelden des legers van Juda waren honderd zes en tachtig duizend en vierhonderd, naar hun heiren. Zij zullen vooraan optrekken.
Numeri 2:11Zijn heir nu, en zijn getelden waren zes en veertig duizend en vijfhonderd.
Numeri 2:13Zijn heir nu, en zijn getelden waren negen en vijftig duizend en driehonderd.
Numeri 2:15Zijn heir nu, en zijn getelden waren vijf en veertig duizend zeshonderd en vijftig.
Numeri 2:16Al de getelden in het leger van Ruben waren honderd een en vijftig duizend vierhonderd en vijftig; naar hun heiren. En zij zullen de tweede optrekken.
Numeri 2:19Zijn heir nu, en zijn getelden waren veertig duizend en vijfhonderd.
Numeri 2:21Zijn heir nu, en zijn getelden waren twee en dertig duizend en tweehonderd.
Numeri 2:23Zijn heir nu, en zijn getelden waren vijf en dertig duizend en vierhonderd.
Numeri 2:24Al de getelden in het leger van Efraim waren honderd acht duizend en eenhonderd, naar hun heiren. En zij zullen de derde optrekken.
Numeri 2:26Zijn heir nu, en zijn getelden waren twee en zestig duizend en zevenhonderd.
Numeri 2:28Zijn heir nu, en zijn getelden waren een en veertig duizend en vijfhonderd.
Numeri 2:30Zijn heir nu, en zijn getelden waren drie en vijftig duizend en vierhonderd.
Numeri 2:31Al de getelden in het leger van Dan waren honderd zeven en vijftig duizend en zeshonderd. In het achterste zullen zij optrekken, naar hun banieren.
Numeri 2:32Dezen zijn de getelden van de kinderen Israels, naar het huis hunner vaderen; al de getelden der legers, naar hun heiren waren zeshonderd drie duizend vijfhonderd en vijftig.
Numeri 2:33Maar de Levieten werden niet geteld onder de zonen van Israel, gelijk als de HEERE Mozes geboden had.

Mede mogelijk dankzij

KlussenKlussen